1 Docenten zijn vrij om dit materiaal te reproduceren en te distribueren voor gebruik in de klas. 100 Schrijfopdrachten 20 Zinnen 1. Als ik op bezoek kon komen 2. De kleur blauw doet me denken 3. Mijn grootste angst 4. Ooit had ik een 5. Ik heb een huisdier 6. Als ik kon 7. Als ik onzichtbaar kon zijn voor een 8. Mijn favoriete bezigheid 9. Als ik groot ben 10. De beste dag van mijn leven 11. De slechtste dag van mijn leven 12. Mijn favoriete boek 13. Mijn favoriete film 14. Het beste soort ijs 15. Ik ben echt goed 16. Ik wou dat ik beter was 17. Mijn favoriete soort muziek 18. De beste uitvinding 19. Als ik 20 zou zijn Vandaag ga ik 20 1. Wat is voor jou het belangrijkst? 2. Wat betekent het om moedig te zijn? 3. Als je je eigen TV show zou moeten maken, waar zou het dan over gaan? 4. Wat zou je doen als je de loterij zou winnen? 5. Wat is het meest gênante dat je ooit is overkomen? 6. Wat is je favoriete paar schoenen?
2 7. Wat is je dierbaarste bezit? 8. Als je een superkracht kon hebben, wat zou het dan zijn? 9. Als je iets zou kunnen uitvinden, wat zou dat dan zijn? 10. Wat is je favoriete seizoen? 11. Wat betekent vrijheid voor jou? 12. Wie is je held? 13. Als je iets aan de wereld zou kunnen veranderen, wat zou dat dan zijn? 14. Als je een tijdmachine had, waar zou je dan heen gaan? 15. Wat is je levendigste herinnering? 16. Hoe voelt geluk aan? 17. Wat gebeurde er op je eerste schooldag? 18. Waarover heb je vandaag op school geleerd? 19. Als je iets aan je school zou kunnen veranderen, wat zou dat dan zijn? 20. 20. Wat is jouw favoriete dag van de week? 20 Verhaal 1. Vanmorgen werd ik wakker en was 2 centimeter lang! 2. Er was eens een reus die Harry Hubble heette. 3. De tornado had de hele buurt verwoest, maar liet mijn huis onaangeroerd. 4. Er is een dinosaurus in mijn achtertuin. 5. Vandaag is de dag van de grote race!
3 6. Na gisteravond, zal niets meer hetzelfde zijn in de stad Rocky Grove. 7. Ik denk dat ik verliefd ben. 8. Ik wacht hier al vier uur. 9. Elk kind in de stad was bang voor Old Man Willis. Docenten zijn vrij om dit materiaal te reproduceren en te verspreiden voor gebruik in de klas. 10. Oliver wist niet welke deur hij moest openen. 11. Lisa en ik zaten onder de wilgenboom toen we een grote BANG hoorden! 12. Vandaag kreeg ik een zeer onverwachte brief met de post. 13. Vanmorgen werd ik wakker en was 40 jaar oud. 14. Ik heb een sleutel die elke deur kan openen. 15. Reggie Fisher draagt al zijn kleren achterstevoren en binnenstebuiten! 16. Tom Trimble is de nieuwe held van de stad! 17. Mijn zus heeft een denkbeeldige vriend die Izzy heet. 18. Timmy wilde een berg beklimmen maar had hoogtevrees. 19. Wes is uit een gebouw van 10 verdiepingen gevallen en heeft het kunnen navertellen. 20. Afgelopen woensdag namen buitenaardse wezens het stadje Trumble Hill over.
4 20 Verhaal 1. De bij die niet kon zoemen 2. De kleur van woede 3. 3. Het grote avontuur van Kiki de giraf 4. De donder 4. Waar de donder vandaan komt 5. De vrouw met 100 tasjes 6. De zeer chagrijnige krokodil 7. Gladys Grady, de kattin 8. De 83 jarige 5e klasser 9. De wolfman 10. De kleine reus 11. De zeer modieuze fruitvlieg 12. De magische regenjas 13. Nelly de nieuwsgierige buurvrouw 14. De nooit eindigende regenbui 15. De oceaan is woedend vandaag 16. Waar de hemel ophoudt 17. De vogeltjes van tante Birdy 18. Henry Baker, de kandelaarmaker 19. Jaar 3001 20. The Other World Inside My Closet 20 Willekeurig 1. Zoek een plaatje en schrijf er een verhaaltje over. 2. Bedenk een kleur en beschrijf die met behulp van alle 5 zintuigen. 3. Zoek 10 willekeurige woorden in het woordenboek, en schrijf een verhaal met gebruik van al deze woorden. 4. 4. Schrijf het verhaal van Goudlokje en de drie beren vanuit het gezichtspunt van Baby Beer.
5 5. Verander het verhaal van Roodkapje zo dat zij slecht is en de wolf goed. 6. Neem de laatste regel van een gedicht en maak er de eerste regel van een nieuw gedicht van. 7. Zoek een willekeurige zin in een boek en gebruik die als de eerste zin van je verhaal. 8. Schrijf vanuit het standpunt van een voorwerp in de klas. 9. Schrijf een vervolg op een boek dat je gelezen hebt. 10. Schrijf instructies over hoe je iets moet doen. 11. Schrijf een krantenartikel met de kop: Midway Students Saves the Day! 12. Schrijf een brief aan je toekomstige zelf. 13. Neem een liedje en maak er een verhaal van. 14. Schrijf een verhaal dat de hele tijd rijmt. 15. Bedenk twee personages uit twee verschillende verhalen of boeken. Schrijf een verhaal met deze twee personages als hoofdpersonen. 16. Schrijf een verhaal over je favoriete personage uit een film of tv-programma. 17. Schrijf een verhaal over een ervaring waarover iemand anders je heeft verteld.
6 18. Schrijf een heel verhaal met alleen maar dialoog. 19. Schrijf over dit citaat: Wij moeten de verandering zijn die wij wensen te zien. Gandhi 20. Schrijf over dit citaat: Als je naar de maan schiet en je komt te kort, eindig je toch tussen de sterren. Les Brown