Automobile

Een automobiel is een zelfrijdend motorvoertuig bedoeld voor personenvervoer over land. Het heeft gewoonlijk vier wielen en een verbrandingsmotor die meestal wordt aangedreven door benzine, een vloeibaar aardolieproduct. Het is een van de meest universele moderne technologieën, vervaardigd door een van ’s werelds grootste industrieën. In het jaar 2017 werden wereldwijd meer dan 73 miljoen nieuwe auto’s geproduceerd.
De wetenschappelijke en technische bouwstenen van de auto gaan enkele honderden jaren terug. Zo vond de Nederlandse wetenschapper Christiaan Huygens aan het eind van de jaren 1600 een soort interne verbrandingsmotor uit die werd aangedreven door buskruit. Het “paardloze rijtuig” in zijn moderne vorm werd ontwikkeld tegen het einde van de 19e eeuw. In die tijd was het nog niet duidelijk welke van de drie brandstofbronnen commercieel het meest succesvol zou worden: stoom, elektrische energie of benzine. Auto’s aangedreven door stoommachines konden hoge snelheden halen, maar hadden een korte actieradius en waren moeilijk te starten. Elektrische auto’s op batterijen hadden in 1900 een aandeel van 38% op de Amerikaanse automarkt, maar ook zij hadden een beperkte actieradius en oplaadstations waren moeilijk te vinden.
De door benzine aangedreven auto won de concurrentiestrijd. Tegen 1920 had hij de straten en binnenwegen van Europa en de Verenigde Staten veroverd. De door de Amerikaanse autofabrikant Henry Ford geïntroduceerde fabricagemethoden brachten een revolutie teweeg in de industriële productie. Ford was de eerste die assemblagelijnen in zijn fabriek installeerde om de productie te versnellen. Dergelijke technieken verlaagden de prijs van Ford’s Model T tot deze betaalbaar werd voor de meeste gezinnen uit de middenklasse. Naarmate de 20e eeuw vorderde, werd het moderne leven steeds ondenkbaarder, of op zijn minst zeer ongemakkelijk, zonder de beschikking over een auto. Tegenwoordig rijdt de Amerikaanse bevolking gemiddeld meer dan 4,8 triljoen kilometer per jaar.
Maar dit fundamentele onderdeel van de industriële en consumptiemaatschappij heeft een belangrijke rol gespeeld bij de destabilisering van de atmosfeer van de aarde, waarvan alle levende wezens afhankelijk zijn. De gemiddelde auto stoot tussen de vier en negen ton (3.629 tot 8.165 kilogram; 8.000 tot 18.000 pond) kooldioxide en andere broeikasgassen per jaar uit. Elke gallon benzine die wordt verbrand om een auto te laten rijden, stoot iets minder dan 9,1 kilogram kooldioxide uit. De transportsector als geheel, inclusief auto’s, vrachtwagens, treinen en vliegtuigen, werd de grootste bron van broeikasgasemissies in de VS in 2017. Luchtvervuiling door uitlaatgassen van auto’s is ook een groot probleem, net als auto-ongelukken, waarbij in 2016 meer dan 100 mensen per dag omkwamen in de Verenigde Staten, volgens de National Highway Traffic Safety Administration.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.