Bit
Het stukje metaal dat in de punt van de boormachine gaat. Er zijn bits voor het boren van gaten en bits voor het aandrijven van schroeven.
Belniveau
Het waterbuisje aan de boven- en achterkant van de boormachine dat aangeeft wanneer u waterpas staat met uw booroppervlak.
Chuck
De cilinder die de bek van de boor opent en sluit.
Chuck Jaws
Het gedeelte helemaal aan het uiteinde van de boor dat het bit op zijn plaats houdt.
Spanklauw
Een extra gereedschap dat nodig is om de klauwplaat los en vast te draaien.
Koppeling
De ring rond de voorkant van de boormachine (meestal direct achter de klauwplaat) waarmee u de koppelinstelling kunt aanpassen.
Koppeling uit
Wanneer het materiaal waarin u rijdt te dicht of te taai is voor de koppelingsinstelling, stopt de boormachine met het verplaatsen van het bevestigingsmiddel. Dit is bedoeld om uw oppervlak te beschermen tegen beschadiging. Zet de koppeling op een hogere stand om de aandrijving te voltooien.
Tandwiel schakelaar
De schakelaar bovenop waarmee u kunt kiezen tussen hoogste snelheid, en hoogste koppel.
Keyless chuck
Het soort spankop dat u met de hand los en vast kunt draaien.
Lithium-Ion batterij
Het meest efficiënte soort batterij voor een accuboormachine. Ze worden meestal sneller opgeladen, werken langer en nemen niet langzaam in kracht af.
Ni-Cad (nikkel-cadmium) accu
De “oude school”-accu. Het duurt langer om ze op te laden, en ze verliezen geleidelijk aan kracht naarmate ze leegraken.
Torsie
Een woord voor kracht van een boormachine. Een hoog koppel betekent dat de boor/schroefmachine het bit heel hard ronddraait.