Het Continental Congress was een groep afgevaardigden die in de jaren 1770 samenwerkten om op te komen voor de Noord-Amerikaanse koloniën. Beginnend met de Suikerwet in 1764, nam het Britse Parlement een reeks wetten aan die impopulair waren bij veel kolonisten in de Noord-Amerikaanse koloniën. De kolonisten kwamen bijeen in wat bekend werd als de Commissies van Correspondentie om hun rechten te bespreken en hoe te reageren op de wetten die volgens hen deze rechten met voeten traden. Deze comités begonnen samen te werken om een coöperatieve, verenigde aanpak te smeden.
In 1774 kwam de zaak tot een hoogtepunt nadat Groot-Brittannië de Coercive Acts had aangenomen, een reeks wetten die de kolonisten de Intolerable Acts noemden. Deze wetten, waaronder het sluiten van de haven van Boston en het instellen van een Brits militair bewind in Massachusetts, waren bedoeld om de kolonie Massachusetts te straffen voor de beruchte Boston Tea Party en die kolonie te dwingen te betalen voor de verloren thee. Groot-Brittannië hoopte ook de rebellen in Massachusetts te isoleren en andere kolonies te ontmoedigen om soortgelijke daden van opstand te stellen. Als reactie riepen de Congrescomités op tot een vergadering van afgevaardigden. Op 5 september 1774 kwamen 56 afgevaardigden bijeen in Philadelphia, Pennsylvania. Dit Eerste Continentale Congres vertegenwoordigde alle 13 kolonies, behalve Georgia. Het bestond uit enkele van de beste leiders van het land, waaronder George Washington, Patrick Henry, John Adams, Samuel Adams, en John Jay. De groep koos Peyton Randolph uit Virginia als voorzitter.
De groep kwam in het geheim bijeen om te bespreken hoe de koloniën moesten reageren op wat zij zagen als een oplegging van hun rechten. Op deze bijeenkomst nam het Congres een Verklaring van Rechten en Grieven aan. Zij verklaarden dat hun rechten als Engelsman onder meer bestonden uit leven, vrijheid, eigendom en juryrechtspraak. De verklaring veroordeelde belasting zonder vertegenwoordiging. Het Congres riep op tot een boycot van Britse goederen en diende een verzoekschrift in bij koning George III om hun grieven te verhelpen. Alvorens te vertrekken, sprak het Congres af om op 10 mei 1775 opnieuw bijeen te komen.
Tegen de tijd dat dit Tweede Continentale Congres bijeenkwam, waren de vijandelijkheden tussen Britse troepen en de Amerikaanse kolonisten bij Lexington, Massachusetts, en Concord, Massachusetts, reeds uitgebroken. Het Congres stemde in met een gecoördineerde militaire reactie en benoemde George Washington tot bevelhebber van de Amerikaanse militie. Op 4 juli 1776 verbraken de afgevaardigden alle resterende banden met Engeland door unaniem de Onafhankelijkheidsverklaring goed te keuren.
Tijdens de duur van de Revolutionaire Oorlog fungeerde het Continental Congress als een voorlopige, of tijdelijke, regering van de Amerikaanse koloniën. Het Congres stelde de Articles of Confederation op, de eerste grondwet van de Verenigde Staten, die in 1781 van kracht werd. Onder deze regering maakte het Continental Congress plaats voor het Confederation Congress, waarin veel van dezelfde afgevaardigden zitting hadden. Deze groep bleef leiding geven aan het nieuwe land totdat een nieuw Congres, gekozen onder de nieuwe grondwet die in 1789 werd aangenomen, van kracht werd.