Het eerste woordje van je kind is een spannend moment en een grote stap in de expressieve taalontwikkeling.
De spraakontwikkeling van elke peuter verloopt in een ander tempo. Het is normaal dat een kind van 12 maanden al een aantal woorden zegt, terwijl zijn leeftijdsgenootje van 15 maanden net zijn eerste woordje heeft gezegd. Een kind dat bijna 2 wordt, spreekt misschien al kleine zinnetjes of begint net twee woorden samen te voegen. U kunt altijd contact opnemen met uw kinderarts of een pediatrisch spraak-taalpatholoog als u zich zorgen maakt over de spraak van uw peuter, of als u een van de volgende rode vlaggen opmerkt:
- Uw kind leert een nieuwe spraakvaardigheid, maar raakt deze vervolgens kwijt.
- Je kind is al ver in de 15e maand en heeft nog geen herkenbaar woord gezegd.
- Op 2-jarige leeftijd begint je kind nog geen woorden te combineren.
Hoogtepunten:
- De spraak van elke peuter ontwikkelt zich in een ander tempo. Neem contact op met uw kinderarts als u zich zorgen maakt.
- Hier volgt wat u van 1-jarigen kunt verwachten:
- Maand 12-16:
- De eerste woordjes komen tevoorschijn.
- Gebaren gebruiken om te communiceren.
- Minder woorden, verbuiging, en toon.
- Maanden 17-20:
- Spreken 10-20 woorden.
- Consonante klanken zijn duidelijker (p, b, t, k, en g).
- Begint 2-3 woorden te combineren.
- Maanden 21-24:
- Brabbelen neemt af en de uitspraak verbetert.
- Sinds 24 maanden spreekt u 50 woorden of meer.
- Uitproberen met voornaamwoorden en veel voorkomende grammaticafouten maken. Deze fouten verdwijnen meestal op de leeftijd van 4 jaar.
Hier volgt een momentopname van hoe de spraak van peuters zich gewoonlijk ontwikkelt van de maanden 12 tot 24:
12-16 Maanden
Tussen 12 en 15 maanden komen de eerste woordjes tevoorschijn. Uw peuter leert al snel dat deze nieuwe manier van communiceren efficiënt en effectief is en veel aandacht oplevert! Haar woordenschat heeft echter nog geen gelijke tred gehouden met haar opwinding en motivatie om te praten, dus ze kan gefrustreerd raken als ze je iets wil vertellen maar de woorden niet heeft. Het goede nieuws is dat ze verschillende gebaren in haar communicatie repertoire heeft, die haar helpen haar punten over te brengen. U zult zien dat ze in deze fase woorden en gebaren begint te combineren, zoals “tot ziens” zeggen terwijl ze zwaait.
Imitatie is een primaire bouwsteen van het leren, en uw kleintje imiteert woorden die ze hoort, zelfs als ze ze nog niet kan uitspreken of de betekenis ervan nog niet begrijpt. Behalve woorden kopieert ze ook verbuigingen. Ze kan bijvoorbeeld de toon van haar stem verhogen aan het eind van een vraag. Je hoort haar ook intonatie oefenen als ze brabbelt, wat in dit stadium klinkt alsof ze een volledig gesprek in een andere taal voert!
Het coördineren van de lippen, tong en tanden om medeklinkerklanken te maken kost tijd om te ontwikkelen, dus je bent veel aan het tolken en vertalen. Misschien moet u leren dat “at” bijvoorbeeld “kat” betekent.
17-20 Maanden
Gemiddeld spreken peuters in deze fase 10-20 woorden en brabbelen ze nog veel. Naarmate uw kleintje beter in staat is zijn lippen, tong en tanden te coördineren, begint hij meer medeklinkers te maken (waaronder p, b, t, k en g). Probeer deze klanken maar eens te maken terwijl je let op hoe je tong de verschillende delen van je mond en tanden raakt, en let op het subtiele verschil tussen het maken van een “p”- of een “b”-klank.
Ze beseft nu de kracht van woorden, en ze zegt ze met kracht: “Mama!” om je aandacht te krijgen, “Mijne!” om je te laten weten dat ze niet blij is dat je haar teddybeer verplaatst, of “Nee!” als ze geen erwten wil eten. Ze begint ook twee (misschien zelfs drie) woorden met elkaar te combineren.
Hoewel haar spraak gestaag duidelijker wordt, zijn uw dagen van tolken en vertalen nog niet voorbij. In dit stadium kan ze hetzelfde woord voor verschillende vergelijkbare dingen gebruiken, zoals “wawa” als ze het over water, melk of sap heeft.
21-24 Maanden
In dit stadium worden de uitspraak en het correcte gebruik van woorden steeds beter, en het brabbelen neemt af naarmate uw kleintje in een gestaag tempo nieuwe woorden en korte zinnen toevoegt. Met 24 maanden spreken de meeste kinderen 50 woorden of meer.
Het is normaal dat kinderen op deze leeftijd onjuiste grammatica gebruiken, zoals naar zichzelf verwijzen met de naam in de derde persoon. Ze experimenteren met het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij, zij, enz.), en bezittelijke voornaamwoorden (mijn, jouw, zijn, haar, enz.), maar dit zijn nog steeds complexe concepten die uw peuter vaak door elkaar zal halen. Grammatica zal gestaag verbeteren samen met het geheugen van je peuter. Tegen de leeftijd van 4 jaar zijn de meeste grammaticale eigenaardigheden verdwenen.
Terwijl je geniet van dit communicatie-avontuur met je kleintje, moet je zeker eens rondkijken in het spraakgedeelte van ons BabySparks-programma, waar je tientallen leuke activiteiten vindt die je met je kind kunt doen om het leren van taal te ondersteunen.