De jaren veertig begonnen met het einde van de ene crisis en het begin van een andere. Amerikaanse kunstenaars en schrijvers hadden in de jaren dertig hard gewerkt om de problemen die werkloosheid, armoede en het industriële leven tijdens de Grote Depressie (1930-39) veroorzaakten, te begrijpen en aan de kaak te stellen. Realistische kunstwerken waren populair in de jaren 1930, en veel kunstenaars bleven ze maken tot in de jaren 1940. Maar toen de Amerikaanse samenleving veranderde met het einde van de Depressie en de komst van de Tweede Wereldoorlog (1939-45), begonnen de kunsten nieuwe zorgen te weerspiegelen. Naarmate de Amerikanen rijker werden, was er minder belangstelling voor kunst die campagne voerde tegen armoede. Kunstenaars begonnen weg van de maatschappij en in zichzelf te kijken voor inspiratie. In Hollywood verlieten veel filmmakers het lichte amusement om films te maken met een donkere kijk op de menselijke natuur. Schilders wendden zich tot abstracte beelden, terwijl schrijvers begonnen te experimenteren met nieuwe vormen van poëzie en proza.
De jaren veertig stonden in het teken van de oorlog. Veel kunstenaars en schrijvers maakten zich al jaren zorgen over de opkomst van het fascisme (een regeringsvorm die wordt beheerst door een dictator en bekend staat om de onderdrukking van tegengestelde standpunten). Sommigen vochten zelfs tegen de fascisten in de Spaanse burgeroorlog in de jaren dertig. Maar het Japanse bombardement op de Amerikaanse haven Pearl Harbor in Hawaï op 7 december 1941 dwong de hele natie om aandacht te besteden aan internationale aangelegenheden. Vanaf dat moment verloren de campagnes om de armen te helpen aan steun, omdat de natie zich concentreerde op het verslaan van het fascisme in Europa en Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen de oorlog eenmaal gewonnen was, bloeide Amerika op. In plaats van naar buiten naar de maatschappij te kijken, keken Amerikaanse kunstenaars naar binnen, naar zichzelf.
De ideeën achter het modernisme (een zelfbewuste breuk met het verleden en een zoektocht naar nieuwe uitdrukkingsvormen) ontstonden in Europa in de jaren 1910, 1920 en 1930, en kregen uiteindelijk vat op Amerika in het begin van de jaren 1940. De modernistische kunst nam afstand van het realisme en zocht naar nieuwe vormen van expressie. Amerikaanse schilders begonnen zich te verdiepen in het kubisme, een schilderstijl waarin afbeeldingen zijn opgebouwd uit door elkaar gehusselde, vierkante vormen. Ook het surrealisme kreeg navolging; deze kunststijl toont alledaagse voorwerpen in ongewone omgevingen. Tegen het einde van het decennium werd de Amerikaanse kunst gedomineerd door het abstract expressionisme. Abstract expressionistische schilders probeerden hun gedachten en gevoelens uit te drukken door middel van abstracte beelden.
Net als de schilderkunst, richtte muziek zich in de jaren veertig ook op individuele expressie. In de bebop experimenteerden jazzmusici met ritme, muzikale vormen en klanken. De lange solo’s van saxofonist Charlie Parker en trompettist Miles Davis markeerden een dramatische verschuiving van de focus naar de individuele muzikant. Een soortgelijke verandering was gaande in de literatuur. Schrijvers stapten af van politieke thema’s en richtten zich op zichzelf. Velen werden beïnvloed door de Franse filosofie die existentialisme wordt genoemd. Existentialisten stelden dat individuen worden gedefinieerd door de beslissingen die ze maken. Dit was een optimistische visie, in de zin dat individuen vrij waren om te doen wat ze wilden. Maar het was ook beangstigend. In een existentiële wereld moeten individuen ook de consequenties nemen voor wat ze doen.
Hollywood ging op verschillende manieren om met de Tweede Wereldoorlog. Veel sterren namen dienst in het leger, terwijl anderen het slagveld afreisden om de troepen te vermaken. Thuis toonden oorlogsfilms Amerikaanse soldaten die een kwaadaardige vijand versloegen. Na afloop van de oorlog was Hollywood minder zelfverzekerd. Het Amerikaanse Ministerie van Justitie betwistte het monopolie van de filmstudio’s op de filmdistributie. Anticommunisten in de regering vielen de filmindustrie aan als subversief en gevaarlijk. Televisie begon zich te verspreiden en bracht voor het eerst concurrentie. Filmmakers in Hollywood begonnen ook te experimenteren. Een stijl van films bekend als film noir toonde een donkere, gewelddadige onderkant van het Amerikaanse leven. Tegen het einde van het decennium domineerde de schimmige noir-look de krimpende filmindustrie.
De jaren veertig waren teleurstellende jaren voor Amerikaans drama. Slechts twee grote namen, de toneelschrijvers Tennessee Williams en Arthur Miller, kwamen in dat decennium naar voren. Drama deed niet mee aan het modernistische experiment en bleef realistisch. Maar terwijl het theater uit de jaren 1930 vaak politiek en toekomstgericht was, was het Amerikaanse drama uit de jaren 1940 pessimistisch over de toekomst van de Amerikaanse samenleving.
In tegenstelling tot het toneel, ontwikkelden andere vormen van Amerikaans schrijven zich sterk tijdens de jaren 1940. Schrijvers van de zogenaamde “verloren generatie”, zoals Ernest Hemingway en F. Scott Fitzgerald, waren ofwel gestorven of stilgevallen. Werken van William Faulkner, een belangrijke stem in de jaren dertig, raakten in de jaren veertig uit de mode. Realistische schrijvers als John Dos Passos bleven schrijven, maar een nieuwe generatie was in opkomst. Saul Bellow zou een van de belangrijkste schrijvers van de eeuw worden. In 1948 schreef Norman Mailer The Naked and the Dead, wellicht de beste roman die uit een oorlog is voortgekomen. Truman Capote en Gore Vidal begonnen ook hun schrijverscarrière in dat decennium. In de jaren ’40 begonnen zwarte schrijvers als Richard Wright ook invloed uit te oefenen op de diepe literatuur.