Symbool van Japans streven naar vrede
De redenen die het Nobelcomité opgaf voor het toekennen van de Vredesprijs aan Eisaku Sato waren dat hij als Japans premier de vredeswil van het Japanse volk vertegenwoordigde, en dat hij in 1970 het non-proliferatieverdrag (NPV) inzake kernwapens had ondertekend. Volgens het comité zou de toekenning van de prijs aan Sato een aanmoediging zijn voor allen die zich inzetten om de verspreiding van kernwapens een halt toe te roepen.
De Vredesprijs aan Sato werd heftig bediscussieerd, vooral in Japan. Hij was een controversieel politicus. De linkse Japanners beschuldigden hem ervan een gehoorzame dienaar van Amerikaanse belangen te zijn.
Sato werd geboren in een oude samurai-familie. Hij werd opgeleid tot advocaat, en voor en na de Tweede Wereldoorlog was hij werkzaam bij de Japanse spoorwegdienst. Na de oorlog maakte hij een politieke carrière ondanks beschuldigingen van corruptie. In 1964 had hij de leiding over de Olympische Spelen in Tokio, en in datzelfde jaar werd hij premier. Sato steunde de Amerikaanse oorlog in Vietnam en drong er tegelijkertijd bij de Verenigde Staten op aan het eiland Okinawa aan Japan terug te geven. Dit gebeurde in 1972, maar de Verenigde Staten behielden de controle over de militaire bases.