De Slag bij Pelusium: A Victory Decided by Cats

De oude Egyptenaren hadden een grote eerbied voor het leven in al zijn vormen. Het leven was door de goden geschonken en de eerbied ervoor strekte zich uit van de mens tot alle levende wezens. Hoewel de Egyptenaren af en toe vlees aten, en hun koningshuis zeker aan de jacht deelnam, was het Egyptische dieet hoofdzakelijk vegetarisch of pescatarisch, en dit weerspiegelde het begrip van de heilige aard van alle bestaan. Zelfs wanneer dieren werden gegeten, werd er dank gebracht voor het offer, werden huisdieren goed verzorgd, en werd de natuur gerespecteerd.

Deze waarde is overal in hun cultuur zichtbaar, van kunst tot Egyptische religie, maar wordt belichaamd door de Slag bij Pelusium in 525 v. Chr. Dit treffen was de beslissende clash tussen de farao Psametik III (526-525 BCE) en de Perzische koning Cambyses II (525-522 BCE), resulterend in de eerste Perzische verovering van Egypte.

De Gayer-Anderson Kat
De Gayer-Anderson Kat
door Osama Shukir Muhammed Amin (CC BY-NC-SA)

Er wordt wel gesuggereerd dat de slag ongeacht de gebruikte tactiek naar de Perzen zou zijn gegaan, aangezien Cambyses II veel meer ervaring in oorlogsvoering had dan de jonge farao Psametik III. De overwinning was echter veel meer te danken aan de kennis van Cambyses II van de Egyptische cultuur dan aan zijn staat van dienst als veldaanvoerder. De slag werd gewonnen door een zeer ongebruikelijke strategie van Cambyses II: het gebruik van dieren als gijzelaars en vooral van katten.

Verwijder advertenties

Advertentie

Bastet & Haar katten

Katten waren een populair huisdier in het oude Egypte en nauw verbonden met de godin Bastet (ook bekend als Bast) die in de Egyptische kunst verschijnt met het lichaam van een vrouw en het hoofd van een kat of als een zittende kat in een vorstelijke pose. Zij was de godin van het huis, de huiselijkheid, de vrouwengeheimen, de katten, de vruchtbaarheid en de bevalling. Ze beschermde een huishouden tegen boze geesten en ziekten, vooral ziekten die vrouwen en kinderen troffen, en speelde ook een rol in iemands hiernamaals.

Bastet was zeer populair in heel Egypte bij zowel mannen als vrouwen vanaf de 2e Dynastie (ca. 2890 – ca. 2670 v. Chr.), waarbij haar cultus vanaf tenminste de 5e eeuw v. Chr. geconcentreerd was in de stad Bubastis. Aanvankelijk werd zij voorgesteld als een vrouw met het hoofd van een leeuwin en nauw geassocieerd met de wraakgodin Sekhmet, maar in de loop der tijden liepen de twee uiteen totdat Bastet meer werd voorgesteld als een hechte metgezel terwijl Sekhmet een kracht van goddelijke wraak bleef. Toch betekende dit niet dat Bastet geen recht kon spreken of onrecht kon doen als zij dat nodig achtte. Egyptologe Geraldine Pinch schrijft:

Graag geschiedenis?

Teken in op onze wekelijkse e-mail nieuwsbrief!

Vanaf de Piramideteksten heeft Bastet een dubbel aspect van verzorgende moeder en angstaanjagende wreker. Het is het demonische aspect dat vooral voorkomt in de Kistteksten en het Boek van de Doden en in medische spreuken. De “slachters van Bastet” zouden de pest en andere rampen over de mensheid brengen. (115)

Een van de vele manieren waarop mensen de godin konden beledigen was door een van haar katten kwaad te doen. Katten stonden in het oude Egypte zo hoog in aanzien dat de straf voor het doden van een kat de dood was, en zoals Herodotus vermeldt, redden Egyptenaren die in een brandend gebouw terecht waren gekomen eerst de katten voordat zij zichzelf redden of het vuur probeerden te doven. Herodotus zegt verder: “Alle bewoners van een huis waar een kat een natuurlijke dood is gestorven, scheren hun wenkbrauwen” als teken van hun verdriet, en katten werden gemummificeerd met juwelen, net zoals mensen dat werden (Nardo, 96). Er is wel gesuggereerd dat katten aan Bastet werden geofferd op dezelfde manier als honden aan Anubis, maar deze bewering is betwist. Het is mogelijk dat de gemummificeerde katten die in Bubastis werden gevonden, huisdieren waren die op natuurlijke wijze waren gestorven en werden gebracht om op een heilige plaats te worden bijgezet. Dit precedent wordt geschapen door graven van mensen en dieren die in Abydos werden begraven om dicht bij Osiris te zijn.

Kattenmummie
Kattenmummie
door Mary Harrsch (Gefotografeerd in het Rosicrucian Egyptian Museum, Calif.) (CC BY-NC-SA)

Het respect dat de Egyptenaren hadden voor dieren reikte echter verder dan de kat en de hond. Er zijn gemummificeerde huisdieren van verschillende soorten gevonden, waaronder gazelles, bavianen, vogels en zelfs vissen. Bepaalde dieren, zoals de kat en de hond, leken echter een speciale betekenis te hebben vanwege hun associatie met godheden en het was deze kennis van de Egyptische cultuur en waarden die Cambyses II de overwinning bij Pelusium bezorgde, ongeacht de jeugd van zijn tegenstander of de neergang van Egypte als wereldmacht na het Nieuwe Rijk.

Egypte in de Derde Tussentijd

De periode van het Nieuwe Rijk van Egypte (ca. 1570 – ca. 1069 v. Chr.) was een tijd van voorspoed en groei op elk gebied van de beschaving. Dit was het tijdperk van het Egyptische Rijk waarin zijn grenzen zich uitbreidden en zijn schatkist gevuld werd. De bekendste heersers uit de Egyptische geschiedenis komen uit dit tijdperk: Ahmose I, Hatsjepsoet, Thoetmosis III, Amenhotep III, Achnaton, Nefertiti, Toetanchamon, Horemheb, Seti I, Ramesses de Grote, Nefertari en Ramesses III zijn allen adellijken van het Nieuwe Rijk. De weelde en het succes van dit tijdperk konden echter niet blijven duren en tegen ca. 1069 v. Chr. viel het rijk uiteen en kwam het land in wat latere geleerden de Derde Tussenperiode van Egypte hebben genoemd (ca. 1069 – 525 v. Chr.).

Verwijder advertenties

Advertentie

Deze tijd wordt gekenmerkt door een gebrek aan een sterke centrale regering, burgeroorlogen en sociale instabiliteit, hoewel het niet zo donker of somber was als vroege Egyptologen zouden beweren. Toch was het land bij lange na niet zo sterk of militair als het Nieuwe Rijk. In het laatste deel van de 22e dynastie werd Egypte verdeeld door burgeroorlog en tegen de tijd van de 23e dynastie was het land verdeeld tussen zelfbenoemde monarchen die regeerden vanuit Herakleopolis, Tanis, Hermopolis, Thebe, Memphis, en Sais. Deze verdeling maakte een eensgezinde verdediging van het land onmogelijk en maakte de Nubische invasie vanuit het zuiden mogelijk.

Kaart van de Derde Tussenperiode
Kaart van de Derde Tussenperiode
door Jeff Dahl (CC BY-SA)

De 24e en 25e dynastie werden toen verenigd onder Nubische heerschappij, Dit was vrij succesvol, maar het land was niet sterk genoeg om de opmars van de Assyriërs te weerstaan, eerst onder Esarhaddon (681-669 v. Chr.) in 671/670 v. Chr. en vervolgens door Ashurbanipal (668-627 v. Chr.) in 666 v. Chr. Hoewel de Assyriërs uit het land werden verdreven, had Egypte niet de middelen om de komst van de Perzen te weerstaan.

Cambyses II & Amasis

Pharao Amasis van de 26e dynastie (ook bekend als Ahmose II, 570-526 v. Chr.) behoorde tot de grootste heersers van deze periode en herstelde iets van Egypte’s vroegere glorie en militaire prestige. Hij zou echter een van de laatste effectieve koningen in de geschiedenis van Egypte zijn en, als we Herodotus mogen vertrouwen, begon hij het probleem dat leidde tot de Perzische invasie.

Steun onze Non-Profit Organization

Met uw hulp maken we gratis inhoud die miljoenen mensen over de hele wereld helpt geschiedenis te leren.

Word lid

Verwijder advertenties

Advertentie

De Perzen zouden hebben geweten dat Egypte niet in staat was zich te verdedigen & en zouden dus niet hebben geaarzeld een invasie te beginnen.

Volgens Herodotus viel Cambyses II Egypte binnen nadat hij door Amasis was beledigd. Cambyses II had Amasis geschreven om een van zijn dochters als vrouw te vragen, maar Amasis, die daar niet aan wilde voldoen, stuurde de dochter van zijn voorganger Apries. De jonge vrouw was beledigd door deze beslissing – vooral omdat het een traditie was dat Egyptische vrouwen niet aan buitenlandse koningen werden gegeven – en toen zij aan het hof van Cambyses II aankwam, onthulde zij haar ware identiteit. Cambyses II beschuldigde Amasis ervan hem een ‘nepvrouw’ te sturen en mobiliseerde zijn troepen voor oorlog.

Of dit verhaal nu waar is, de Perzen zouden Egypte uiteindelijk toch hebben aangevallen. De Assyriërs hadden het land al aan het eind van de 7e eeuw v. Chr. veroverd, en het Egyptische leger had bewezen geen partij te zijn voor de superieure wapens en tactieken van de Mesopotamische strijdkrachten. De Perzen, die hun rijk aan het uitbreiden waren, zouden hebben geweten van de eerdere verovering en het onvermogen van Egypte om zich te verdedigen zoals het dat kon in het Nieuwe Rijk en zouden dus weinig hebben geaarzeld om een invasie te beginnen.

Verwijder advertenties

Advertentie

Voorbereiding van de slag

Aannemende dat Herodotus gelijk heeft, tussen de belediging en de slag, stierf Amasis en liet het land in handen van zijn zoon Psametik III (ook bekend als Psammeticus III). Psametik III was een jonge man die grotendeels in de schaduw had geleefd van de grote prestaties van zijn vader en nauwelijks was uitgerust om een vijandelijke macht het hoofd te bieden. Toen het bericht van de Perzische mobilisatie hem bereikte, deed hij echter zijn best om een verdediging op te zetten en zich voor te bereiden op de strijd. Hij rekende op de hulp van Griekse bondgenoten, die hem echter in de steek lieten, en hij had niet de militaire raad van Phanes van Halicarnassus (de adviseur van zijn vader), die reeds naar de Perzische kant was overgelopen. Psametik III werd dus aan zijn lot overgelaten om de crisis te bezweren.

Psametik III versterkte zijn positie bij Pelusium bij de monding van de Nijl en wachtte de Perzische aanval af, terwijl hij tegelijkertijd zijn hoofdstad Memphis gereed maakte om een belegering te doorstaan. De vesting Pelusium was sterk en goed bevoorraad en dat gold ook voor de hoofdstad. De jonge farao, die toen pas zes maanden aan de macht was, moet er vertrouwen in hebben gehad dat hij elke aanval kon afslaan. Waar Psametik III echter niet op gerekend had, was Cambyses II’s sluwheid.

De Slag &Nabootsing

De schrijver Polyaenus uit de 2e eeuw n.C. beschrijft Cambyses II’s aanpak in zijn Strategems, die hij schreef in de hoop Marcus Aurelius en Verus te helpen bij hun veldtochten. Polyaenus verhaalt hoe de Egyptenaren met succes de Perzische opmars tegenhielden toen Cambyses II plotseling van tactiek veranderde. De Perzische koning, die de verering van de Egyptenaren voor katten kende, liet de beeltenis van Bastet op de schilden van zijn soldaten schilderen en “plaatste voor zijn frontlinie honden, schapen, katten, ibissen en andere dieren die de Egyptenaren dierbaar zijn” (Polyaenus VII.9). De Egyptenaren onder Psametik III, die hun eigen geliefde godin op de schilden van de vijand zagen, en bang waren om te vechten omdat ze de dieren die voor de vijand uit werden gedreven niet zouden verwonden, gaven hun positie over en sloegen op de vlucht.

Velen werden op het veld afgeslacht, en Herodotus meldt dat hij vele jaren later hun botten nog in het zand zag liggen; hij maakte zelfs een opmerking over het verschil tussen de Perzische en de Egyptische schedels. De Egyptenaren die bij Pelusium niet waren gedood, vluchtten naar de veiligheid van Memphis met het Perzische leger in de achtervolging. Memphis werd belegerd en viel na een betrekkelijk korte tijd. Psametik III werd gevangen genomen en redelijk goed behandeld door Cambyses II totdat hij probeerde een opstand te ontketenen en werd terechtgesteld.

Cambyses II van Perzië
Cambyses II van Perzië
door Wikipedia (CC BY-SA)

Zo eindigde de soevereiniteit van Egypte, dat door Perzië werd geannexeerd en voortaan een aantal keren van eigenaar veranderde voordat het uiteindelijk een provincie van Rome werd. Er wordt gezegd dat Cambyses II, na de slag, katten in de gezichten van de verslagen Egyptenaren slingerde uit minachting voor het feit dat zij hun land en hun vrijheid zouden opgeven uit angst voor de veiligheid van gewone dieren.

Het moet echter worden opgemerkt dat Herodotus’ weergave van Cambyses II is aangevochten. Cambyses II wordt door de Griekse schrijvers vaak afgeschilderd als een brutale en achteloze vorst die geen liefde voor de Perzen koesterde. Cambyses II zou ook de heilige Apis-stier hebben gedood en het karkas op straat hebben gegooid en heilige riten en tradities in heel Egypte hebben verontreinigd en verboden.

Deze bewering wordt tegengesproken door verslagen van andere schrijvers, inscripties en kunstwerken die aantonen dat Cambyses II grote waardering had voor de Egyptische cultuur en religie, waaronder zijn wederopbouw van Memphis en de voortzetting daarvan als hoofdstad van de Perzische satrapie. Het feit alleen al dat hij hun waarden in de strijd tegen hen gebruikte, getuigt van deze bewondering; hij wist dat de Egyptenaren precies zo zouden reageren omdat zij niet anders konden. Zij zouden het beter hebben gevonden zich over te geven dan hun geloof te verraden.

Na de Slag bij Pelusium zouden de Perzen Egypte overheersen in de 27e en 31e dynastie en een voortdurende bedreiging vormen, zelfs toen zij werden verdreven, in de 28e – 30e dynastie. Op korte perioden na was Egypte geen autonome natie meer na de Perzische overwinning. Alexander de Grote kwam met zijn legers in 331 v. Chr. en veroverde het land, waarna het werd geregeerd door een Griekse monarchie totdat het in 30 v. Chr. door Rome werd geannexeerd.

Polyaenus merkt op hoe Cambyses II door deze list de weg naar Egypte en de weg naar de overwinning opende. Hij merkt verder op dat men in de strijd nooit moet vertrouwen op eigen kracht of goedheid, maar zich in plaats daarvan moet voorbereiden op alle onvoorziene omstandigheden. Dit mag dan een goed advies zijn, maar de weigering van de Egyptenaren om hun overtuigingen te compromitteren – koste wat het kost – is een veelzeggend detail om te begrijpen wat hun cultuur zo bewonderenswaardig maakte en hun beschaving tot een van de indrukwekkendste.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.