Dwergpoedel

Hoog intelligent en één van de meest trainbare rassen. Aangenaam, blij en gevoelig. Parmantig en levendig. Veeleisend en verrukkelijk. Zeer amusant en slim. Is graag bij zijn mensen. Heeft de neiging gereserveerd te zijn tegenover vreemden; moet als puppy goed gesocialiseerd worden. Alle moeite die de eigenaar in training en socialisatie steekt, zal goed beloond worden. Sommige bloedlijnen kunnen nerveus en timide zijn. De poedel stamt waarschijnlijk af van vroege Duitse waterretrievers, maar kan ook verwant zijn aan spaniels van het Iberisch schiereiland. De naam is waarschijnlijk afgeleid van het Duitse woord “Pudel” (iemand die in het water speelt). Jagers schoren oorspronkelijk de dikke vacht van de hond af om hem te helpen bij het zwemmen, en lieten het haar op de pootgewrichten zitten om hem te beschermen tegen extreme koude en scherp riet. De Fransen kapitaliseerden op de hoge intelligentie, trainbaarheid en aangeboren showmanschap van het ras, en gebruikten de poedel als circusartiest. De grote populariteit van het ras in dat land leidde tot de algemene naam, Franse Poedel. In Frankrijk wordt de poedel echter de “Caniche”, of eendenhond, genoemd. De poedel werd ook gebruikt om truffels op te sporen die onder de grond in de bossen lagen. Poedels worden afgebeeld op schilderijen uit de 15e eeuw en op bas-reliëfs uit de 16e eeuw. Speelgoedpoedels werden vooral in de 18e eeuw geliefd bij de koningen. De speelgoed- en dwergpoedelvariëteiten werden gefokt uit de oorspronkelijke grotere honden, die nu bekend staan als standaardpoedels. De drie maten worden beschouwd als één ras, en worden gekeurd volgens dezelfde standaard. Vandaag de dag is de Poedel vooral een gezelschaps- en showhond, hoewel hij bijna alles kan leren.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.