De volgende lijst is van: http://www.inspiredlivingwithfibromyalgia.com/2013/04/200-symptoms-of-fibromyalgia.html
ALGEMEEN
1. Activiteitenniveau gedaald tot minder dan 50% van het activiteitenniveau vóór de ziekte
2. Koude handen en voeten (ledematen)
3. Hoest
4. Snakken naar koolhydraten
5. Vertraagde reactie op lichamelijke activiteit of stressvolle gebeurtenissen
6. Droogheid van ogen en/of mond
7. Oedeem
8. Familielid(leden) met fibromyalgie
9. Vermoeidheid, verergerd door lichamelijke inspanning of stress
10. Vaak koud gevoel
11. Vaak warm gevoel
12. Veelvuldig zuchten
13. Hartkloppingen
14. Heesheid
15. Hypoglykemie (bloedsuiker daalt of is laag)
16. Verhoogde dorst
17. Lage bloeddruk (lager dan 110/70)
18. Lage lichaamstemperatuur (lager dan 97,6)
19. Lage koorts
20. Nachtelijk zweten
21. Luidruchtige gewrichten – met of zonder pijn
22. Slechte bloedcirculatie in handen/voeten
23. Overvloedig zweten
24. Terugkerende griepachtige ziekte
25. Kortademigheid bij weinig of geen inspanning
26. Ernstige neusallergieën (nieuwe of verergerende allergieën)
27. Keelpijn
28. Subjectieve zwelling van extremiteiten – (voelt gezwollen aan, maar kan niets vinden)
29. Zweten
30. Symptomen verergerd door vliegreizen
31. Symptomen verergerd door stress
32. Symptomen verergerd door temperatuursveranderingen
33. Tedere of gezwollen lymfeklieren, vooral in hals en oksels
34. Trillen of beven
35. Onverklaarbare gewichtstoename of -afname
PIJN
36. Pijn in de buikwand
37. Heuppijn
38. Brandende zenuwpijn
39. Pijn op de borst
40. Pijn in sleutelbeen
41. Diffuse zwelling
42. Elleboogpijn
43. Verergerde plantaire boog- of hielpijn
44. “Groeipijn die niet weggaat als u klaar bent met groeien
45. Hoofdpijn – spanning of migraine
46. Ontstoken ribkraakbeen
47. Gewrichtspijn
48. Klonterige, gevoelige borsten
49. Ochtendstijfheid
50. Spierpijn
51. Spierspasmen
52. Spiertrekkingen
53. Spierzwakte
54. Pijn die varieert van matig tot ernstig
55. Pijn die zich over het hele lichaam verplaatst
56. Verlamming of ernstige zwakte van een arm of been
57. Rusteloze benen-syndroom
58. Ribpijn
59. Hoofdhuidpijn (alsof het haar uitgetrokken wordt)
60. Ischias-achtige pijn
61. Kneuzingen of triggerpoints
62. TMJ syndroom
63. “Voodoo Doll” prikgevoel op willekeurige plaatsen
NEUROLOGISCH
64. Blackouts
65. Hersenmist
66. Carpale Tunnel
67. Afstandelijk gevoel
68. Hallucineren van geuren
69. Onvermogen om helder te denken
70. Lightheadedness
71. Intolerantie voor geluid
72. Gevoelens van gevoelloosheid of tintelingen
73. Fotofobie (gevoeligheid voor licht)
74. Aanvallen
75. Aanval-achtige episodes
76. Gevoel dat u zou kunnen flauwvallen
77. Syncope (flauwvallen)
78. Tinnitus (oorsuizen in één of beide oren)
79. Vertigo of duizeligheid
EQUILIBRIUM/PERCEPTIE
80. Tegen dingen opbotsen
81. Onhandig lopen
82. Moeite met evenwicht
83. Moeite met het inschatten van afstanden (tijdens autorijden, etc.)
84. Gedesoriënteerdheid
85. Dingen vaak laten vallen
86. Ruimtelijk gedesoriënteerd gevoel
87. Regelmatig struikelen
88. Niet zien waarnaar u kijkt
89. Slecht evenwicht en coördinatie
90. Waggelend lopen
SLAAP
91. Alertheid/energie best ’s avonds laat
92. Gewijzigd slaap/waakschema
93. Vaak wakker
94. Moeite met inslapen
95. Moeite om in slaap te blijven
96. Overmatig slapen
97. Extreme alertheid of energieniveau’s ’s avonds laat
98. In slaap vallen op willekeurige en soms gevaarlijke momenten
99. Vermoeidheid
100. Licht of gebroken slaappatroon
101. Spierkrampen/twitches ’s nachts
102. Narcolepsie
103. Slaapstoornissen
104. Begin van slaap of valgevoelens
105. Tandenknarsen
106. Tossing and turning
107. Niet-verfrissende of niet-herstellende slaap
108. Levendige of storende dromen/nachtmerries
OOGEN/VISIE
109. Blinde vlekken in het zicht
110. Pijn in de ogen
111. Moeite om van het ene ding op het andere te focussen
112. Frequente veranderingen in het vermogen om goed te zien
113. Moeite met ’s nachts rijden
114. Af en toe wazig zicht
115. Slecht nachtzicht
116. Snel slechter wordend zicht
117. Visusveranderingen
COGNITIEVE
118. Verdwaald raken op vertrouwde plaatsen tijdens het rijden
119. Verwarring
120. Moeite om ideeën in woorden uit te drukken
121. Moeite om een gesprek te volgen (vooral bij achtergrondlawaai)
122. Moeite met het volgen van aanwijzingen tijdens het rijden
123. Moeite met het opvolgen van mondelinge instructies
124. Moeite met het opvolgen van schriftelijke instructies
125. Moeite met het nemen van beslissingen
126. Moeite de mond te bewegen om te spreken
127. Moeite met opletten
128. Moeite om ideeën samen te brengen om een volledig beeld te vormen
129. Moeite om taken of dingen in de juiste volgorde te zetten
130. Moeite met het herkennen van gezichten
131. Moeite met het uitspreken van bekende woorden
132. Moeite met herinneren van namen van voorwerpen
133. Moeite met het onthouden van namen van mensen
134. Moeite met begrijpen van wat u leest
135. Moeite met lange-termijn geheugen
136. Moeite met eenvoudige berekeningen
137. Moeite met korte-termijn geheugen
138. Gemakkelijk afgeleid zijn tijdens een taak
139. Af en toe symptomen van het dyslexie-type
140. Zich te gedesoriënteerd voelen om auto te rijden
141. Vergeten hoe routinedingen gedaan moeten worden
142. Verminderd concentratievermogen
143. Onvermogen om een vertrouwde omgeving te herkennen
144. Het spoor bijster raken in het midden van een taak (onthouden wat u nu moet doen)
145. Het spoor bijster raken in het midden van een zin
146. Verlies van het vermogen sommige kleuren te onderscheiden
147. Slecht beoordelingsvermogen
148. Stoornissen in het korte-termijn geheugen
149. Vertraagde spraak
150. In de ruimte staren in een poging te denken
151. Stotteren; stotteren
152. Links en rechts schakelen
153. Transpositie (omkering) van getallen, woorden en/of letters bij het spreken
154. Transpositie (omkering) van cijfers, woorden en/of letters bij het schrijven
155. Moeite met concentreren
156. Het verkeerde woord gebruiken
157. Moeite met woordvinding
EMOTIONEEL
158. Abrupte en/of onvoorspelbare stemmingswisselingen
159. Woede-uitbarstingen
160. Angst of angst zonder duidelijke oorzaak
161. Aanvallen van oncontroleerbare woede
162. Verminderde eetlust
163. Depressieve stemming
164. Gevoel van hulpeloosheid en/of hopeloosheid
165. Angst voor iemand die op de deur klopt
166. Angst voor telefoongerinkel
167. Waardeloos gevoel
168. Veelvuldig huilen
169. Verhoogd bewustzijn – van symptomen
170. Onvermogen om te genieten van eerder genoten activiteiten
171. Irrationele angsten
172. Irriteerbaarheid
173. Overdreven reactie
174. Paniekaanvallen
175. Veranderingen in persoonlijkheid – meestal een verergering van eerdere toestand
176. Fobieën
177. Suïcidepogingen
178. Suïcidale gedachten
179. Neiging tot gemakkelijk huilen
GASTROINTESTINAL
180. Buikkrampen
181. Opgeblazen gevoel
182. Verminderde eetlust
183. Hunkeren naar voedsel
184. Frequente constipatie
185. Regelmatige diarree
186. Kropgezwelachtige verschijnselen
187. Brandend maagzuur
188. Verhoogde eetlust
189. Intestinale gas
190. Prikkelbare blaas
191. Prikkelbaar darmsyndroom
192. Misselijkheid
193. Regurgitatie
194. Maagpijn
195. Braken
196. Gewichtstoename
197. Gewichtsverlies
UROGENITAL
198. Verminderd libido (geslachtsdrift)
199. Endometriose
200. Frequent urineren
201. Impotentie
202. Menstruatieproblemen
203. Pijnlijk urineren of pijn in de blaas
204. Bekkenpijn
205. Pijn aan de prostaat
206. Verergering van (of ernstig) premenstrueel syndroom (PMS)
SENSITIVITEITEN
207. Alcoholintolerantie
208. Allodynie (overgevoeligheid voor aanraking)
209. Verandering van smaak, reuk en/of gehoor
210. Gevoeligheid voor chemicaliën in schoonmaakmiddelen, parfums, enz.
211. Gevoeligheden voor voedingsmiddelen
212. Gevoeligheid voor licht
213. Gevoeligheid voor schimmels
214. Gevoeligheid voor geluid
215. Gevoeligheid voor geuren
216. Gevoeligheid voor gist (vaak gistinfecties krijgen op de huid, etc.)
217. Zintuiglijke overbelasting
218. Gevoeligheid voor druk & vochtigheidsveranderingen
219. Gevoeligheid voor extreme temperatuurswisselingen
220. Vulvodynie
SKIN
221. In staat om met vinger op huid te “schrijven”
222. Gemakkelijk blauwe plekken krijgen
223. Bultjes en knobbels
224. Eczeem of psoriasis
225. Hete/droge huid
226. Ingegroeide haren
227. Jeukende/rriterende huid
228. Vlekkerige huid
229. Uitslag of zweren
230. Gemakkelijk littekens krijgen
231. Gevoeligheid voor de zon
232. Huid wordt plotseling helderrood
Cardiovasculair (Hart)
233. “Klik-murmur” klinkt door stethoscoop
234. Fladderende hartslag
235. Hartkloppingen
236. Onregelmatige hartslag
237. Harde hartslag in het oor
238. Pijn die op een hartaanval lijkt
239. Snelle hartslag