Gibsons familie verhuisde tijdens zijn jeugd vaak van Halifax naar Ottawa en Toronto, waar hij naar het Upper Canada College ging. Als auteur schreef Gibson zowel romans als non-fictie. Zijn eerste roman, Five Legs (1969), wordt algemeen beschouwd als een doorbraak in de Canadese experimentele literatuur. Zijn andere romans zijn Communion (1971), Gentleman Death (1993), en Perpetual Motion (1982). Zijn non-fictie omvatte Eleven Canadian Novelists (1973) en meer recent The Bedside Book of Birds (2005) en The Bedside Book of Beasts (2009).
Gibson kreeg de Toronto Arts Award (1990) de Harbourfront Festival prijs in 1993, en hij werd benoemd tot lid van de Orde van Canada.
Zijn milieubelangen waren grotendeels gericht op zijn aloude liefde voor vogels. Hij was oprichter en voorzitter van het Pelee Island Bird Observatory, zat in de Raad van het World Wildlife Fund, en was samen met Margaret Atwood medevoorzitter van de Birdlife International’s Rare Bird Club. Hij was een Fellow van de Royal Canadian Geographical Society, die hem in 2015 een gouden medaille toekende.