Wat is duimhypoplasie?
Duimhypoplasie verwijst naar een abnormaal kleine, slecht ontwikkelde duim. Wanneer er geen duim aan de hand is, spreekt men van duimapplasie.
Duimhypoplasie komt in verschillende typen voor. Deze typen zijn afhankelijk van de mate van onderontwikkeling:
– Type 1: Kleine maar stabiele botten en normale spieren.
– Type 2: Kleine botten en spieren met een instabiel duimgewricht.
– Type 3: Vergelijkbaar met type 2, maar de spieren zijn verder aangetast of zelfs afwezig.
– Type 4: Een “zwevende” duim die alleen door huid en weke delen met de hand is verbonden.
– Type 5: Afwezigheid van de duim (duimapplasie).
Hoe vaak komt duimbypoplasie voor?
– Zeldzaam: naar schatting komt het voor bij ongeveer 1 op de 100.000 baby’s.
– Jongens en meisjes worden even vaak getroffen.
– In meer dan de helft (60%) van de gevallen betreft het beide handen.
Wat is de oorzaak van duimbypoplasie?
De oorzaak is niet bekend. Genetica zou er sterk bij betrokken zijn. Duim hypoplasie kan alleen voorkomen, maar het is meestal onderdeel van een spectrum van aandoeningen. De meeste gevallen houden verband met genetische aandoeningen waarbij de onderarm zich niet goed ontwikkelt.
Uw arts kan genetisch advies aanbevelen om te bepalen of uw kind een van deze aandoeningen heeft.
Wat zijn de symptomen van duimhypoplasie?
Kinderen met duimhypoplasie hebben een duim die niet goed werkt. Hierdoor is het moeilijk om voorwerpen vast te pakken of vast te knijpen. Duimen van type 1 met hypoplasie behouden de meeste functie. De duimen van type 4 en 5 kunnen niet worden gebruikt.
Hoe wordt duimhypoplasie vastgesteld?
Duimhypoplasie wordt meestal vastgesteld tijdens het onderzoek bij pasgeborenen. Naast een anamnese en lichamelijk onderzoek kunnen röntgenfoto’s tot de diagnostische procedures behoren. Röntgenfoto’s geven meer details van de onderliggende weefsels en helpen bij het classificeren van het type van deze aandoening.
– Röntgenfoto: een test waarbij onzichtbare elektromagnetische energiestralen worden gebruikt om beelden van inwendige weefsels op film te produceren.
Wat is de behandeling voor duimhypoplasie?
De behandeling is afhankelijk van het vermogen om de duim en de hand te gebruiken. Een functionele duim is essentieel voor een kind om fijne motoriek te ontwikkelen. Behandelingen weerspiegelen het belang van het hebben van een duim die gebruikt kan worden:
– Niet-chirurgische therapie: Kinderen met alleen kleine botten (type 1) of een nauwe webspace hebben vaak geen operatie nodig. In plaats daarvan kan alleen fysiotherapie de duimfunctie verbeteren.
– Reconstructieve chirurgie: Kinderen met type 2 en 3 duimen hebben meestal baat bij reconstructieve chirurgie. De operatie wordt uitgevoerd tussen de leeftijd van 6 en 18 maanden. Bij de operatie wordt een instabiel duimgewricht gereconstrueerd en worden nauwe webruimten vrijgemaakt.
– Pollicisatie: Bij ernstigere duimen van type 3, 4 en 5 kan een chirurgische ingreep nodig zijn die “pollicisatie” wordt genoemd. Bij deze operatie wordt de wijsvinger overgeplaatst naar de duimpositie.
Wat zijn de vooruitzichten op lange termijn voor een kind met duimhypoplasie?
De resultaten op lange termijn hangen af van de toestand van de rest van de hand, pols en onderarm. Door chirurgie kan de duim niet weer volledig sterk worden; de fijne motoriek kan echter wel verbeteren. In moeilijkere gevallen kunnen secundaire operaties nodig zijn om de duimfunctie te verbeteren.