Implementatieonderzoek

In de context van de volksgezondheid omschrijft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) implementatieonderzoek als een vorm van onderzoek waarbij “knelpunten bij de implementatie worden aangepakt, optimale benaderingen voor een bepaalde setting worden geïdentificeerd en de acceptatie van onderzoeksresultaten wordt bevorderd: uiteindelijk leidt dit tot een betere gezondheidszorg en de verstrekking daarvan”. De WHO onderscheidt vier opmerkelijke kenmerken van implementatieonderzoek: het is systematisch, multidisciplinair, contextgebonden en complex. Meer in het algemeen is implementatieonderzoek gedefinieerd als “het wetenschappelijk onderzoek naar vragen met betrekking tot implementatie – de handeling van het uitvoeren van een voornemen, dat in gezondheidsonderzoek beleid, programma’s of individuele praktijken (gezamenlijk interventies genoemd) kan zijn.”

Er wordt een scala aan kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden gebruikt bij implementatieonderzoek in de gezondheidszorg. Sommige methoden zijn speciaal ontwikkeld voor implementatieonderzoek. Dit zijn pragmatische trials, participatief actieonderzoek, effectiviteit-implementatie hybride trials en kwaliteitsverbeteringsstudies. Uit een review uit 2018 van studieontwerpen in implementatieonderzoek bleek dat gerandomiseerde ontwerpen, zoals cluster-RCT’s, 77% van de tijd werden gebruikt, en 61% van de studies bevatte zowel kwantitatieve als kwalitatieve methoden.

Een werkgroep van onderzoekers in de volksgezondheid heeft een standaard voorgesteld voor de rapportage van implementatiestudies (StaRI) in de volksgezondheid.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.