Inleidende opmerkingen van de directeur-generaal van de WHO bij de briefing van de media over COVID-19 – 11 maart 2020

Goedemiddag.

In de afgelopen twee weken is het aantal gevallen van COVID-19 buiten China met een factor 13 toegenomen, en is het aantal getroffen landen verdrievoudigd.

Er zijn nu meer dan 118.000 gevallen in 114 landen, en 4.291 mensen hebben het leven verloren.

Duizenden anderen vechten in ziekenhuizen voor hun leven.

In de komende dagen en weken verwachten we dat het aantal gevallen, het aantal sterfgevallen en het aantal getroffen landen nog verder zal stijgen.

De WHO heeft deze uitbraak de klok rond geëvalueerd en we maken ons grote zorgen over zowel de alarmerende mate van verspreiding en ernst als het alarmerende gebrek aan actie.

We zijn daarom tot de conclusie gekomen dat COVID-19 als een pandemie kan worden aangemerkt.

Pandemie is geen woord om lichtvaardig of achteloos te gebruiken. Het is een woord dat, als het verkeerd wordt gebruikt, onredelijke angst kan veroorzaken, of onterechte aanvaarding dat de strijd voorbij is, wat leidt tot onnodig lijden en dood.

Dat de situatie als pandemie wordt omschreven, verandert niets aan de beoordeling van de WHO van de dreiging die van dit virus uitgaat. Het verandert niets aan wat de WHO doet, en het verandert niets aan wat landen zouden moeten doen.

We hebben nog nooit eerder een pandemie gezien die door een coronavirus werd veroorzaakt. Dit is de eerste pandemie die door een coronavirus wordt veroorzaakt.

En we hebben nog nooit eerder een pandemie gezien die tegelijkertijd onder controle kan worden gehouden.

De WHO heeft sinds de melding van de eerste gevallen volop gereageerd.

En we hebben elke dag landen opgeroepen om dringend en agressief op te treden.

We hebben luid en duidelijk de noodklok geluid.

==

Zoals ik maandag al zei, vertelt alleen kijken naar het aantal gevallen en het aantal getroffen landen niet het volledige verhaal.

Van de 118.000 gevallen die wereldwijd in 114 landen zijn gemeld, bevindt meer dan 90 procent van de gevallen zich in slechts vier landen, en twee daarvan – China en de Republiek Korea – hebben een sterk afnemende epidemie.

81 landen hebben geen enkel geval gemeld, en 57 landen hebben 10 gevallen of minder gemeld.

We kunnen dit niet hard genoeg, of duidelijk genoeg, of vaak genoeg zeggen: alle landen kunnen nog steeds het verloop van deze pandemie veranderen.

Als landen hun mensen opsporen, testen, behandelen, isoleren, traceren en mobiliseren in de reactie, kunnen landen met een handvol gevallen voorkomen dat deze gevallen uitgroeien tot clusters en dat deze clusters overgaan in besmettingen binnen de gemeenschap.

Zelfs landen met besmettingen binnen de gemeenschap of grote clusters kunnen het tij van dit virus keren.

Een aantal landen heeft aangetoond dat dit virus kan worden onderdrukt en onder controle kan worden gehouden.

De uitdaging voor veel landen die nu te maken hebben met grote clusters of gemeenschapsoverdracht is niet of zij hetzelfde kunnen doen – het is of zij het zullen doen.

Sommige landen kampen met een gebrek aan capaciteit.

Enkele landen worstelen met een gebrek aan middelen.

Enkele landen kampen met een gebrek aan vastberadenheid.

We zijn dankbaar voor de maatregelen die in Iran, Italië en de Republiek Korea worden genomen om het virus af te remmen en hun epidemieën onder controle te krijgen.

We weten dat deze maatregelen een zware tol eisen van de samenleving en de economie, net als in China.

Alle landen moeten een goed evenwicht zien te vinden tussen het beschermen van de gezondheid, het minimaliseren van economische en sociale ontwrichting en het eerbiedigen van de mensenrechten.

Het mandaat van de WHO is de volksgezondheid. Maar we werken samen met vele partners in alle sectoren om de sociale en economische gevolgen van deze pandemie te verzachten.

Dit is niet alleen een crisis op het gebied van de volksgezondheid, het is een crisis die elke sector zal raken – dus elke sector en elk individu moet bij de strijd worden betrokken.

Ik heb vanaf het begin gezegd dat landen moeten kiezen voor een aanpak die de hele overheid en de hele samenleving omvat, opgebouwd rond een alomvattende strategie om infecties te voorkomen, levens te redden en de gevolgen tot een minimum te beperken.

Laat ik het in vier kerngebieden samenvatten.

Ten eerste: voorbereiden en gereed zijn.

Ten tweede: opsporen, beschermen en behandelen.

Ten derde: overdracht beperken.

Ten vierde: innoveren en leren.

Ik herinner alle landen eraan dat wij een beroep op u doen om uw noodreactiemechanismen te activeren en op te voeren;

communiceer met uw bevolking over de risico’s en hoe zij zichzelf kunnen beschermen – dit is een zaak van iedereen;

Vind, isoleer, test en behandel ieder geval en traceer ieder contact;

maak uw ziekenhuizen gereed;

Bescherm uw gezondheidswerkers en leid hen op.

En laten we allemaal op elkaar letten, want we hebben elkaar nodig.

==

Er is zo veel aandacht voor één woord.

Laat me u enkele andere woorden geven die er veel meer toe doen, en die veel bruikbaarder zijn.

Preventie.

Preparaatheid.

Publieke gezondheid.

Politiek leiderschap.

En bovenal, mensen.

We zitten hier samen in, om rustig de juiste dingen te doen en de burgers van de wereld te beschermen. Het is te doen.

Ik dank u.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.