Locaties

Het octaangetal (ON) is een maat voor de klopvastheid van benzine. Het definieert een numerieke waarde van 0 tot 100, en beschrijft het gedrag van de brandstof in de motor tijdens de verbranding. Bij de bepaling van het octaangetal wordt vooral een onderscheid gemaakt tussen het researchoctaangetal (RON) en het motoroctaangetal (MON). Ook wordt soms verwezen naar het frontoctaangetal (FON), ook wel RON 100 genoemd, en het waargenomen wegoctaangetal (RdON).

Researchoctaangetal (RON)
Het researchoctaangetal (RON) beschrijft het gedrag van de brandstof in de motor bij lagere temperaturen en toerentallen, en is een poging om het acceleratiegedrag te simuleren. Dit octaangetal wordt in Duitsland op de pompen vermeld. Volgens DIN EN 228 moet het RON van een Superbenzine ten minste 95,0 en van een Super Plusbenzine ten minste 98,0 bedragen. Het RON is meestal hoger dan het aangegeven vereiste minimum.

Motor-octaangetal (MON)
Het motor-octaangetal (MON) beschrijft het gedrag van de brandstof in de motor bij hoge temperaturen en toerentallen – een bereik met volgas, vergelijkbaar met hard rijden op een snelweg. Dit octaangetal is niet algemeen bekend bij het publiek, aangezien het niet wordt gespecificeerd bij benzinestations. Volgens DIN EN 228 moet het octaangetal voor een Superbenzine ten minste 85,0 en voor een Super Plusbenzine ten minste 88,0 bedragen. Door de aard van het product ligt het MON meestal op de grens van de specificatie.

klopvastheid
klopvastheid is het vermogen van een brandstof om niet zelf te ontbranden en ongecontroleerd te verbranden terwijl de brandstof wordt samengeperst. Dit betekent dat het lucht-brandstofmengsel in de motor niet alleen door de ontstekingsvonk wordt ontstoken, maar ook door compressie. Een octaangetal beschrijft dit verschijnsel onder gedefinieerde omstandigheden.

Een hoog octaangetal kan het rendement en dus de prestaties van een motor helpen verhogen. Het octaangetal is echter geen maatstaf voor de energie-inhoud of voor een betere verbranding. Meer prestaties kunnen alleen worden bereikt door de motorparameters aan te passen aan de brandstof, niet door simpelweg benzine met een hoger octaangetal te tanken. Dieselbrandstof in de tank als gevolg van verkeerd tanken verlaagt het octaangetal en de voortdurende menging van het gas – daarom kunnen slechts een paar druppels dieselbrandstof in de benzine problemen van de rijmodus veroorzaken.

Bepaling van de octaangetallen
De octaangetallen (RON, MON) kunnen worden bepaald met behulp van een of meer vergelijkingsbrandstoffen die in het testlaboratorium worden gemengd. De controle-indicator van een testmotor wordt gebruikt om aan te tonen of de vergelijkingsbrandstof en het monster dezelfde klopvastheid hebben. Voor deze test kan een “CFR-testmotor” worden gebruikt. Een CFR-testmotor is een viertaktbenzinemotor met een instelbare compressiecilinder. Hij ontleent zijn naam aan het Cooperative Fuel Research Committee, dat de methode en de motor heeft ontwikkeld. Een CFR-testmotor heeft maximaal vier tanks, die afzonderlijk kunnen worden geschakeld terwijl de motor draait.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.