Marie Walewska

1786-1818, Napoleons Poolse minnares

De mooie Marie Walewska (geb. Laczynska) werd op 7 december 1786 in Warschau geboren, in een familie die in 1574 in de adelstand was verheven. Haar vader, Mathieu Laczynski, die heldhaftig had gevochten in de strijd voor de Poolse onafhankelijkheid, stierf voortijdig, zijn vrouw Eva achterlatend om hun zes jonge kinderen in haar eentje op te voeden. De familie Laczynski bezat een kleine boerderij en ze leefden vele jaren in een waardige armoede (hoewel sommige recente historici – met name Krzysztof Żaboklicki – hebben beweerd dat ze relatief rijk waren). Marie was de oudste en aangezien haar vier broers kleine schulden hadden gemaakt, was het aan haar om de toekomst van haar familie veilig te stellen. Begin 1804 trouwde zij op achttienjarige leeftijd, aangemoedigd door haar moeder, met de achtenzestigjarige Athanasius Walewski (geb. 1736) en verzekerde zo de veiligheid van haar familie. Dit zou zijn derde verbintenis worden, nadat hij al twee keer weduwe was geworden. De Walewski’s waren een van de grootste huizen in Polen en van oude adel. Marie schonk haar bejaarde echtgenoot een zoon, Antoni Rudolf Bazyli Colonna-Walewski, geboren op 14 juni 1805, maar hij werd onmiddellijk in beslag genomen door Marie’s schoonzuster en aangetrouwde nichten, die heel wat ouder waren dan de jonge gravin. Achtervolgd door een obsessie voor de vrijheid van haar land, richtte de ontredderde en eenzame Marie haar aandacht op de toekomst van haar land.

Er wordt gezegd dat Napoleon en Marie elkaar begin 1807 ontmoetten. De politieke context in die tijd was gecompliceerd. Warschau wachtte ongeduldig op de komst van de keizer in de nasleep van de onbesliste Slag bij Pultusk. Aangezien Polen aan het eind van de vorige eeuw van de kaart was geveegd, vestigden Poolse nationalisten al hun hoop op Napoleon als iemand die het land weer tot leven zou kunnen wekken.

Er bestaat een zeer populair en romantisch verslag van de ontmoeting (dat zelfs in Marie’s curieuze memoires voorkomt), dat verhaalt hoe Marie Walewska op 1 januari 1807, ondanks de bittere kou, naar een koetshuis in Blonie (ten westen van Warschau) ging waar de Keizer een laatste keer van paard zou wisselen op zijn weg naar de stad Warschau. Marie, zo wordt gezegd, drong zich een weg door de menigte, vroeg Duroc om naar Napoleons koets te worden geleid, waar ze stotterde: “welkom, duizend maal welkom in ons land…” Ondanks de enorme massa die zich om hem heen verdrong, merkte de keizer de jonge gravin op (en zou zich haar herinneren). Eenmaal in Warschau, vroeg Napoleon naar haar verblijfplaats. Prins Poniatowski zou haar toen hebben gevonden en haar hebben willen gebruiken als politieke pion in de strijd voor de Poolse vrijheid.

De Poolse historicus Marian Brandys heeft, in navolging van het artikel van Marian Kukiel uit 1957, deze door de gravin zelf geschreven versie in twijfel getrokken. Blonie is geen mogelijke halteplaats op de route tussen Pultusk (waar Napoleon zich op 31 december bevond, pal ten noorden van Warschau) en Warschau (waar de keizer zich op 1 januari vestigde) (een rechte weg van noord naar zuid). Hoewel Marian Kukiel had gesuggereerd dat de ontmoeting tien dagen eerder plaatsvond (toen Napoleon Warschau vanuit het westen naderde en dus door Blonie kwam), klopt ook dit niet met de gegevens, aangezien Napoleon toen te paard was (vanwege de modderige omstandigheden) en Duroc niet bij de Keizer was, maar in een veldhospitaal, herstellende van een verwonding. Anderen hebben gesuggereerd dat het paar elkaar voor het eerst ontmoette in Jablonnie (dichter bij het centrum van Warschau), hoewel niets zeker is. Andere bronnen zeggen dat de eerste ontmoeting was opgezet door Talleyrand; Napoleon zou Gourgaud op Sint Helena een tiental jaren na dato toevertrouwen dat het Talleyrand was die Marie Walewska voor hem had “geregeld” (C’est M. de Talleyrand qui m’a procuré Mme Walewska). Napoleon zou later over Talleyrand zeggen: “zijn zakken zaten altijd vol met meisjes”, waarmee hij impliceerde dat dit een van de gebruikelijke diensten van de minister voor de keizer was. Napoleon ontving de hoge kringen van Warschau (waaronder Marie Walewska) op een soirée op 7 januari – de gastenlijst was gedeeltelijk door Talleyrand opgesteld. En het was op het door Talleyrand georganiseerde bal op 17 januari 1807, waar zij voor het eerst zouden dansen, zoals de Gazette de Varsovie de volgende dag meldde: “Zijne Majesteit de Keizer was aanwezig op een bal in het huis van de minister van Buitenlandse Zaken, de prins de Bénévent, waarbij hij de echtgenote van kamerheer Anastasius Walewski uitnodigde om samen met hem een contredanse te houden”. Na een gesprek over Sint Helena zou Montholon vertellen hoezeer de keizer onder de indruk was van haar schoonheid en hoe hij een generaal (Berthier) en een ADC op valse missies had gestuurd om zich te verzekeren van een onbelemmerde toegang tot de Poolse schone. Op de dag na het bal in 1807, stuurde Napoleon Marie een brief waarin stond: “Ik zag alleen jou, ik bewonderde alleen jou, ik verlang alleen naar jou”. Van alle kanten – leden van de voorlopige regering, patriotten, notabelen en, aan het hoofd daarvan, Athanasius Walewski zelf – werd familiaal en politiek druk op Marie uitgeoefend om zich aan de keizer aan te bieden.
Hoewel onwillig, gaf Marie uiteindelijk toe en daar begon de affaire die zelfs zou duren tot na het vertrek van de keizer uit Polen. Napoleon en Marie zouden elkaar weerzien in Parijs in 1808. En een jaar later, net na de slag van Wagram, werden ze herenigd in Oostenrijk, waar Marie zwanger werd. Zij wilde de keizer graag naar Frankrijk volgen, maar hij, nu zijn vermogen om kinderen te krijgen was bevestigd, wilde van Josephine scheiden en een nieuwe vrouw zoeken die hem kinderen kon baren, om zo de Napoleon-dynastie op de troon van Frankrijk te verankeren. In maart 1810, terwijl Napoleon werd afgeleid door de voorbereidingen voor zijn tweede huwelijk met Marie-Louise, ontving Marie een brief van haar echtgenoot Walewski waarin hij zijn land afstond aan zijn oudste zoon en haar uitnodigde terug te keren naar Walewice, waar zij beviel van haar (en Napoleons) tweede zoon, Alexandre Walewski. Haar echtgenoot erkende de jongen als de zijne en verklaarde hem zelfs aan de priester zelf.

Napoleon, die tijdens zijn huwelijksreis van de geboorte hoorde, stuurde Marie wat kant uit Brussel en 20.000 gouden francs. In november 1810 vestigde Marie zich weer in Parijs, verveeld met haar leven in Walewice en financieel veilig dankzij Napoleon; maar de affaire leek voorbij te zijn. Napoleon zorgde ervoor dat al haar wensen werden ingewilligd, hoewel hij slechts af en toe op bezoek kwam om zijn zoon te zien. In 1812 schonk Napoleon Alexandre 69 boerderijen in het Koninkrijk Napels, goed voor 170.000 francs en de titel van graaf. Ondanks de roddels behield Marie haar positie in de maatschappij. Op 17 augustus 1812 werd haar huwelijk met de oude graaf nietig verklaard, dankzij de bekentenis van haar broer, die beweerde dat hij haar ertoe gedwongen had. Marie keerde in het begin van het volgende jaar naar Parijs terug.

In 1814, na de eerste troonsafstand, haastte Walewska zich naar Fontainebleau, maar Napoleon wilde niemand zien. Toen hij naar het eiland Elba werd gestuurd, stuurde zij hem een brief, waarin zij om zijn hulp vroeg bij het terugvorderen van de landerijen van haar zoon, die door Murat waren geconfisqueerd. Hoewel Napoleon wellicht teleurgesteld was over het gebrek aan tederheid in de brief van zijn oude meesteres, nodigde hij haar toch uit om hem op het eiland te komen bezoeken. Zij stemde toe, en in het grootste geheim kwam Marie op 1 september 1815 ’s nachts aan met haar zoon, broer en zuster. Napoleon zelf kwam haar tegemoet en begeleidde haar naar het afgelegen klooster hoog boven Marciana, waar hij in de tuin naast de kloostergebouwen een tent had neergezet om zijn gasten te ontvangen. Het bezoek was van korte duur; het gezelschap vertrok al na twee dagen, even discreet als zij waren aangekomen. Maar ondanks deze voorzorgsmaatregelen gonsde het op het eiland van de geruchten over wat er gebeurd was. Zij zou de keizer nog een laatste maal zien, na de slag bij Waterloo, toen zij in Malmaison door de keizer werd ontvangen.

Op 18 januari 1815 overleed Athanasius Walewski in zijn buitenverblijf in Walewice, bij Warschau. Anderhalf jaar later, op 7 september 1816, trouwde Marie in Brussel met Philippe-Antoine d’Ornano, toen generaal de brigade en toekomstig maarschalk van Frankrijk (1861), die zij in 1807 had leren kennen. Zijn moeder, Isabelle Bonaparte, was de volle nicht van Napoleons vader. Marie stierf in Parijs op 11 december 1817, eenendertig jaar oud, nadat ze niet hersteld was van de geboorte van haar derde zoon, Rodolphe d’Ornano, na een nierinfectie. Enkele weken na haar dood vroeg haar broer om haar lichaam terug te brengen naar Polen. Terwijl haar hart in de d’Ornano crypte op de Pierre Lachaise begraafplaats blijft, ligt Marie nu in de kerk van Kiernozia.

PH, LS. Juni 2014

Voor een bibliografie van Marie Walewska zie hier.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.