Meiwa
Fortunella crassifolia Swingle
CRC 1471
PI 539721
Foto’s van David Karp en Toni Siebert, CVC. Foto rechten.
Bron: Ontvangen als levende boom van W.T. Swingle, USDA, 1924.
Vader/oorsprong: Ouders onbekend.
Onderstammen van toetreding: Carrizo citrange, Cleopatra mandarijn
Rijpheidseizoen bij Riverside: Het hele jaar door
Bloeitijd bij Riverside: Mei tot september
Noten en opmerkingen:
Meiwa kumquat, Fortunella crassifolia, is een minder bekende kumquatsoort.De boom lijkt qua uiterlijk op de Nagami kumquat, maar hij kan niet op dezelfde onderstammen als de Nagami worden geënt. Trifoliate lijkt de beste onderstamkeuze te zijn voor Meiwa. Kumquatbomen zijn bijzonder gevoelig voor zinktekort, dat kan leiden tot kleine bladeren en een kortere afstand tussen de stengels. Net als bij Nagami zijn Meiwa-bomen in de winter half-slapend, waardoor ze temperaturen onder het vriespunt kunnen weerstaan. De bloeitijd is in de zomer, en de vruchten rijpen aan het eind van de winter. De bijna ronde vruchten zijn oranje wanneer ze rijp zijn, tot anderhalve centimeter in diameter. De zoete schil is dikker dan de schil van Nagami, waardoor hij zoeter lijkt dan Nagami. Het vruchtvlees is licht oranje, bevat enkele zaden, en is zuur.
Beschrijving uit The Citrus Industry Vol. 1 (1967):
“Deze soort is de Ninpo, Meiwa of Neiha kinkan van Japan. De meest kenmerkende eigenschappen van deze kumquat zijn de korte langwerpige tot ronde vorm en de betrekkelijk grote omvang van de vrucht, het grotere aantal partjes (meestal zeven), de zeer dikke en zoete schil en de betrekkelijk zoete smaak, en het lage pitgehalte (veel vruchten zijn pitloos).
Tanaka meldt het bestaan in Japan van een bonte vorm met gestreepte vruchten, die een zeer aantrekkelijke sierwaarde heeft.”