Gemeenschappelijke naam: 100 bloemen rattenslang; Moellendorff’s rattenslang; roodkop rattenslang
Wetenschappelijke naam: Orthriophis moellendorffi
Groep of Familie: Colubridae
PR Keeper Level: 3
PR Handler Level: Geel
Soort achtergrond/natuurlijke geschiedenis: Deze soort wordt bedreigd door overexploitatie, omdat ze worden gebruikt voor voedsel, medicijnen en mode-accessoires, naast dat ze worden geëxporteerd voor de huisdierenhandel. Ze zijn ongebruikelijk als huisdier vanwege het lage overlevingspercentage van geïmporteerde exemplaren, maar in gevangenschap gefokte exemplaren zijn af en toe beschikbaar.
Fysieke beschrijving: Deze soort heeft het gevlekte dorsale patroon en het zwart-wit geblokte ventrale patroon van een korenslang. Ze kunnen echter meer dan 2 meter lang worden (waarbij de mannetjes langer worden dan de vrouwtjes) met een opvallende oranje staart en grote, roestkleurige kop. De achtergrondkleur kan variëren van groen tot zilver. Hypomelanistische en afwijkende patronen zijn ook beschikbaar.
Distributie: Deze soort is inheems in China en Noord-Vietnam en leeft in dichte bossen en karsttopografie. Ze hebben de neiging zich te verbergen in grotten en rotsspleten.
Levensduur: 15-20 jaar in gevangenschap
Kooien: Volwassen exemplaren van deze soort dienen te worden gehuisvest in een grote, aangepaste leefruimte (6’x4’x4′) die is afgestemd op hun grootte en activiteitenniveau. Jonge exemplaren kunnen worden gehuisvest in een aquarium van 20 gallon, en de omvang van de leefruimte dient te worden vergroot naarmate de slang groeit. Een substraat van schors of mulch wordt aanbevolen om de luchtvochtigheid op een hoger peil te houden.
Kooidecoratie: Er dienen klimtakken te worden aangebracht, aangezien deze soort gemakkelijk verticale ruimte zal benutten.
Temperatuur: 64 – 77°F
Verwarming en verlichting: Er zijn geen lampen of warmtebronnen nodig, mits de omgevingstemperatuur binnen het bereik blijft.
Vochtigheid en Water: 75% – Water moet te allen tijde beschikbaar zijn. Regelmatig sproeien kan worden gebruikt om de vochtigheid op peil te houden.
Dieet en voeding: Deze slangen eten graag knaagdieren (f/t wordt aanbevolen). Ze hebben de neiging kleine prooidieren te eten voor hun grootte, en zullen maaltijden weigeren die ze “te groot” vinden. In het wild eten ze vleermuizen, knaagdieren, vogels, hagedissen en kikkers.
Voedingssupplementen: Geen nodig.
Fokken: Een periode van winterslaap is nodig voor de paring. Gedekte wijfjes leggen in de herfst een legsel van 5-12 eieren. De broedtijd bedraagt 2,5 tot 3 maanden bij 79°F.
Hantering van uw nieuwe huisdier: Deze soort staat bekend om zijn vluchtigheid. Veelvuldig hanteren leidt over het algemeen tot een verscheidenheid aan defensieve gedragingen, waaronder staartgeratel, zwaar ademen/uitademen, gapend en muskusachtig gedrag. Voorzichtige hantering, waarbij de eigen bewegingen tot een minimum worden beperkt, geeft de beste resultaten.