Het Assyrische Rijk was eens een machtige mogendheid. Het rijk bloeide een paar honderd jaar, voordat het rond 1200 v. Chr. in verval raakte. Vanaf het jaar 745 v. Chr. begon het Assyrische Rijk weer op te leven onder leiding van Tiglath-Pileser.
Tiglath-Pileser begon met het binnenmarcheren van zijn leger in Babylon in 745. Daarna viel hij alle stammen rond de rivieren de Tigris en de Eufraat aan, waaronder de Chaldeeërs, Arabieren en Arameeërs. In het jaar 744 viel Tiglath-Pileser de Perzen aan en veroverde veel van hun stammen. Daarna keerde hij naar Assyrië terug met 50000 gevangenen, en een groot aantal paarden, ossen, schapen en andere dieren. In het jaar 743 veroverde Tiglath-Pileser het leger van Sardari en nam 73.000 soldaten gevangen. Daarna trok hij de Syrische stad Arpad binnen, waar alle koningen van Opper-Syrië hem hulde betoonden vanwege zijn macht.
In het jaar 735 trok Tiglath-Pileser met zijn leger Ararat binnen en veroverde het. Ook in dat jaar sloten Syrië en Israël een verbond en vielen Juda aan. Ahaz, de koning van Juda, zond boodschappers naar Nineve, de Assyrische hoofdstad, met eerbetoon en vroeg Tiglath-Pileser om zijn hulp tegen Syrië en Israël. Tiglath-Pileser aanvaardde zijn aanbod en in het jaar 734 trok hij met zijn leger Syrië binnen en trof daar het leger van Rezon, een Syrische koning, dat op hem wachtte. Tiglath-Pileser vernietigde dit leger volledig en belegerde Damascus. Hij liet een deel van zijn leger achter in Damascus om het beleg voort te zetten, en vertrok met de rest om Israël aan te vallen. Hij plunderde Israël en de Israëlitische koning, Pekah, zocht zijn toevlucht in Samaria. Hij veroverde ook de Ammonieten en de Moabieten, en onderwierp hen aan huldebetuigingen. Tiglath-Pileser marcheerde vervolgens naar Gaza. Toen de koning van Gaza, Hanun, dit hoorde, vluchtte hij naar Egypte. Tiglath-Pileser bezette Gaza, maar liet Hanun uiteindelijk terugkeren en onderwierp hem aan hulde. Ook in het jaar 734 veroverde hij veel van de Arabische stammen onder koningin Samsis heerschappij.
In het jaar 732 werd de belegering van Damascus voltooid. Damascus was nu in Assyrische handen. Na de val van Damascus, viel Tiglath-Pileser Babylon opnieuw binnen. In het jaar 730 was Assyrië de onbetwiste macht in het Midden-Oosten.
Bibliografie
Rawlinson, G. The Five Great Monarchies of the Ancient Eastern World, (Chicago, New York, Belford, Clarke, and Co. 1887).
Rogers, R.W. A History of Babylonia and Assyria, (New York, Eaton and Mains, 1900).
Uitgegeven, onderzocht en geschreven door: Andrew Taylor, , 6 oktober 1998