De genetische locus voor PPS werd in 1999 gelokaliseerd op chromosoom 1. De aandoening erft op een autosomaal dominante manier en is te wijten aan mutatie van het IRF6-gen. De meeste gerapporteerde gevallen zijn sporadisch; een hoge leeftijd van de ouders wordt in een aantal van deze gevallen gevonden, wat nieuwe mutaties suggereert.
De term PPS is ook gebruikt voor twee zeldzame autosomaal recessief overervende aandoeningen: Dodelijke PPS en PPS met Ectodermale Dysplasie. Hoewel beide aandoeningen een gespleten lip/gehemelte, syngnathia, en popliteaal pterygium hebben, zijn ze klinisch te onderscheiden van het autosomaal dominante geval. Dodelijke PPS onderscheidt zich door microcefalie, corneale aplasie, ectropion, benige vergroeiingen, hypoplastische neus en afwezige duimen, terwijl PPS met Ectodermale Dysplasie zich onderscheidt door wollig haar, broze nagels, ectodermale anomalieën, en fissuur van de sacrale wervels.
Relatie met het Van der Woude-syndroomEdit
Het Van der Woude-syndroom (VDWS) en het popliteaal pterygium-syndroom (PPS) zijn allelische varianten van dezelfde aandoening; dat wil zeggen dat ze worden veroorzaakt door verschillende mutaties van hetzelfde gen. PPS omvat alle kenmerken van VDWS, plus popliteaal pterygium, syngnathia, duidelijke teen/nagelafwijking, syndactylie, en genito-urinaire misvormingen.