Robert-François Damiens, (geboren 9 jan. 1715, La Tieuloy, Frankrijk- overleden 28 maart 1757, Parijs), Franse fanaticus die in 1757 een mislukte aanslag pleegde op het leven van koning Lodewijk XV.
Damiens, de zoon van een poortwachter, had een opeenvolging van baantjes als huisbediende en werd uit verschillende daarvan ontslagen wegens diefstal van zijn werkgevers. Op 5 januari 1757 stak hij Lodewijk neer toen de koning op het punt stond zijn koets in Versailles te betreden. Lodewijk raakte slechts licht gewond, maar het incident zou ernstige politieke gevolgen kunnen hebben gehad voor de Sociëteit van Jezus en de Jansenisten, twee rivaliserende facties binnen de Franse Rooms-Katholieke kerk. Velen beschuldigden Damiens ervan deel uit te maken van een complot van jezuïeten tegen de kroon, terwijl anderen vermoedden dat hij een agent was van de Parlements (hoge gerechtshoven), die in conflict waren geraakt met de koning door de jansenisten te steunen. De regering kon echter niet bewijzen dat de kennelijk gestoorde Damiens bij een samenzwering betrokken was geweest.
Verdoemd als regicide werd hij veroordeeld om op de Place de Grève door paarden in stukken te worden gescheurd. Vier uur lang werd hij, voordat hij ter dood werd gebracht, op barbaarse wijze gefolterd met gloeiend hete nijptangen; en gesmolten was, lood en kokende olie werden in zijn wonden gegoten. Na zijn dood werd zijn huis met de grond gelijk gemaakt, zijn broers en zusters werden bevolen hun namen te veranderen, en zijn vader, vrouw en dochter werden verbannen uit Frankrijk.