Slag bij Warschau, (28-30 juli 1656). Zweden was in 1655 Polen-Litouwen binnengevallen en was daarmee de Eerste Noordelijke Oorlog begonnen, die tot 1660 zou duren. De Zweedse opmars was snel. In 1656 versloegen koning Karel X van Zweden en een geallieerd Brandenburgs leger een groter Pools-Litouws leger in de buurt van Warschau alvorens de stad binnen te trekken.
In juni 1656 sloot Zweden een bondgenootschap met Frederik Willem, keurvorst van Brandenburg en hertog van Pruisen. Hun gezamenlijke leger van 18.000 man marcheerde vanuit het noorden naar Warschau. Op hen wachtte de Pools-Litouwse koning, Jan II Casimir Vasa, met een leger van ongeveer 40.000 grotendeels ongetrainde soldaten. Jan Casimir bracht een deel van zijn leger met veerboten over de Wisla en marcheerde langs de rechteroever van de rivier naar het Zweeds-Brandenburgse leger. Op 28 juli lanceerde Karel een onsuccesvolle frontale aanval langs de rechteroever. Hij slaagde er niet in de Pools-Litouwse infanterie, die zich had ingegraven achter aardwerken tussen de rivieroever en het Białolęka Bos, te verjagen.
De volgende dag besloten Karel en Frederik Willem de Pools-Litouwse linies te omzeilen. Hun troepen trokken links door het bos, met infanterie die werd beschermd door cavalerie. Ze weerstonden Pools-Litouwse aanvallen en bezetten nu een open vlakte aan Pools-Litouwse rechterzijde, waardoor ze hen in de flank konden passeren. John Casimir probeerde hun nieuwe positie te veroveren met een aanval van huzaren, maar hij was niet in staat zijn voordeel te doen gelden. Omdat zijn positie nu onhoudbaar was geworden, trok John Casimir zich die nacht over de Wisla terug. Op 30 juli marcheerde het Zweeds-Brandenburgse leger over de open vlakte en viel het terugtrekkende Pools-Litouwse leger aan, dat gedwongen werd Warschau te ontvluchten. Het Zweeds-Brandenburgse leger marcheerde Warschau binnen, maar zijn troepen waren niet voldoende om de stad te behouden en het werd later gedwongen zich terug te trekken.
Verliezen: Pools-Litouws, 2.000 van 40.000; Zweeds-Brandenburg, 1.000 van 18.000.