Snelheid en het letselrisico voor verschillende snelheidsniveaus
De drie formules van Nilsson geven de relatieve verandering in het aantal ongevallen, d.w.z. in percentages. Zij houden rekening met de ernst van het ongeval en met het snelheidsniveau op een bepaalde weg. Op basis van deze formules is de verwachte verandering in het aantal ongevallen wanneer de gemiddelde snelheid met 1 km/h verandert
Referentiesnelheid | 50 km/h | 70 km/h | 80 km/h | 90 km/h | 100 km/h | 120 km/h | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ongevallen met lichamelijk letsel | 4.0% | 2,9% | 2,5% | 2,2% | 2,0% | 1,7% | |||||
Zwaargewondeongevallen | 6.1% | 4.3% | 3.8% | 3.4% | 3.0% | 2.5% | |||||
Dodelijke ongevallen | 8,2% | 5,9% | 5,1% | 4,5% | 4,1% | 3,1% | 3,5% | 3,1% | 3,1% | 3,1% | .3% |
Gemiddeld zou een snelheidswijziging van 1% leiden tot een wijziging van 2% in het aantal letselongevallen, een wijziging van 3% in het aantal zwaargewonde ongevallen en een wijziging van 4% in het aantal dodelijke ongevallen.
De feitelijke veranderingen in het aantal ongevallen op een bepaalde weg hangen af van een reeks weg- en verkeerskenmerken die een wisselwerking met de snelheid hebben, en ook van de kenmerken en het gedrag van de bestuurders die van de weg gebruik maken, zoals leeftijd, geslacht, rijden onder invloed en het dragen van de veiligheidsgordel.
Het letselrisico is het hoogst bij lichte voertuigen en voor onbeschermde weggebruikers
Bij een botsing tussen een zwaar en een licht voertuig lopen de inzittenden van lichte voertuigen veel meer risico op ernstig letsel. Dit komt doordat de energie die bij de botsing vrijkomt voornamelijk door het lichtere voertuig wordt geabsorbeerd. Momenteel zijn de verschillen in massa tussen voertuigen zeer groot. Het verschil tussen een vrachtauto en een personenauto kan gemakkelijk een factor 20 bedragen. Maar ook de massaverschillen tussen auto’s zijn groot en nemen nog steeds toe. Een massaverschil van een factor 3 is geen uitzondering. Niettemin blijft onaangepaste snelheid een grotere factor dan massaverschillen in de bijdrage aan het aantal ernstige ongevallen.
Pedestrians, fietsers en bromfietsers lopen een groot risico op ernstig letsel wanneer zij in botsing komen met een motorvoertuig. Het massaverschil is enorm en de botsingsenergie wordt voornamelijk geabsorbeerd door het lichtere ‘voorwerp’. Bovendien zijn voetgangers, fietsers en bromfietsers volledig onbeschermd: geen ijzeren geraamte, geen veiligheidsgordels, en geen airbags om een deel van de energie te absorberen. Voor een botsing tussen een auto en een voetganger werd de volgende relatie tussen snelheid en overlevingskans vastgesteld Ashton en Mackay (1979) .
% dodelijk gewonde voetgangers | |
---|---|
32 km/h | 5 |
48 km/h | 45 |
64 km/h | 85 |