Er is weinig bekend over Sporus’ achtergrond, behalve dat hij een jongeman was die Nero wel zag zitten. Mogelijk was hij een puer delicatus, die soms werd gecastreerd om hun jeugdige kwaliteiten te behouden. De puer delicatus was meestal een kindslaaf die door zijn meester werd uitgekozen vanwege zijn schoonheid en seksuele aantrekkingskracht. Cassius Dio identificeert Sporus als een vrijgelatene.
Huwelijk met NeroEdit
Nero’s vrouw, Poppaea Sabina, stierf in 65, vermoedelijk in het kraambed (hoewel later het gerucht ging dat Nero haar doodtrapte). In het begin van 66 trouwde Nero met Statilia Messalina. Later dat jaar of in 67 trouwde hij met Sporus, van wie werd gezegd dat zij een opmerkelijke gelijkenis met Poppaea vertoonde.
Nero liet Sporus castreren, en tijdens hun huwelijk liet Nero Sporus in het openbaar verschijnen als zijn echtgenote, in de regalia die voor Romeinse keizerinnen gebruikelijk was. Vervolgens nam hij Sporus mee naar Griekenland en weer terug naar Rome, en liet Calvia Crispinilla dienen als “meesteres van de garderobe” van Sporus, epitropeia ten peri estheta. Nero was eerder getrouwd met een andere vrijgelatene, Pythagoras, die de rol van Nero’s echtgenoot had gespeeld; nu speelde Sporus de rol van Nero’s echtgenote. Sporus werd onder andere aangesproken met “Vrouwe”, “Keizerin” en “Meesteres”. Suetonius citeert een Romein die rond deze tijd leefde, die opmerkte dat de wereld beter af zou zijn geweest als Nero’s vader Gnaeus Domitius Ahenobarbus iemand had getrouwd die meer op de gecastreerde jongen leek.
Suetonius plaatst zijn verslag van de relatie tussen Nero en Sporus in zijn schandalige verslagen over Nero’s seksuele afwijkingen, tussen zijn verkrachting van een maagd en het plegen van incest met zijn moeder. Sommigen denken dat Nero zijn huwelijk met Sporus gebruikte om zijn schuldgevoelens te verlichten omdat hij zijn zwangere vrouw Poppaea had doodgeschopt. Dio Cassius, in een meer gedetailleerd verslag, schrijft dat Sporus een griezelige gelijkenis vertoonde met Poppaea en dat Nero Sporus bij haar naam noemde.
Kort voor Nero’s dood, tijdens het Calends-feest, schonk Sporus Nero een ring met een edelsteen waarop de Verkrachting van Proserpina is afgebeeld, waarin de heerser van de onderwereld een jong meisje dwingt zijn bruid te worden. Het werd destijds beschouwd als een van de vele slechte voortekenen van Nero’s val.
Sporus was een van de vier metgezellen op de laatste reis van de keizer in juni 68, samen met Epaphroditos, Neophytus, en Phaon. Het was Sporus, en niet zijn vrouw Messalina, tot wie Nero zich wendde toen hij de rituele klaagzangen begon voordat hij zich van het leven beroofde.
Na Nero en de doodEdit
Snel daarna werd Sporus onder de hoede gesteld van de Praetoriaanse prefect Nymphidius Sabinus, die de Praetoriaanse Garde had overgehaald Nero te deserteren. Nymphidius behandelde Sporus als een echtgenote en noemde hem “Poppaea”. Nymphidius probeerde zichzelf keizer te maken, maar werd gedood door zijn eigen lijfwachten.
In 69 kreeg Sporus iets met Otho, de tweede van een snelle, gewelddadige opeenvolging van vier keizers die om de macht streden tijdens de chaos die volgde op de dood van Nero. (Otho was ooit getrouwd geweest met Poppaea, tot Nero hun scheiding had afgedwongen.) Otho regeerde drie maanden, tot zijn zelfmoord na de Slag bij Bedriacum. Zijn zegevierende rivaal, Vitellius, was van plan Sporus te gebruiken als slachtoffer in een publiek vermaak; een fatale “re-enactment” van de Verkrachting van Proserpina tijdens een gladiatorenshow. Sporus vermeed deze publieke vernedering door zelfmoord te plegen.