Individuele klinisch-significante verandering: Bij de voorbehandeling hadden 113 TF-CBT cliënten SDQ Totale Moeilijkheden scores op of boven de klinische cut-off score van 17. Van belang is dat van 56 cliënten de gegevens voor de schaal Totale Moeilijkheden na de behandeling ontbraken. Analyse van de cliënten met post-behandelingsgegevens toonde aan dat de SDQ Totale Moeilijkheden scores voor 29 van deze 57 cliënten (51%) waren afgenomen tot niet-klinisch significante scores op post-behandeling.
Voor SDQ probleem subschalen waren er 116, 102, 82, 88, en 138 cliënten, respectievelijk, met voor de behandeling SDQ Emotionele Symptomen, Gedragsproblemen, Hyperactiviteitssymptomen, Problemen met leeftijdgenoten, en Impact scores op of boven de klinische cut-off score (zie beschrijvende tabel hierboven voor elke subschaal cut-off score). Opgemerkt moet worden dat er voor respectievelijk 54, 51, 39, 42 en 70 cliënt(en) post-behandelingsgegevens ontbraken op elk van deze subschalen. Analyses van de cliënten met nabehandelingsgegevens gaven aan dat er 33 van de 62 (53%), 16 van de 51 (31%), 26 van de 43 (60%), 23 van de 46 (50%), en 31 van de 68 (46%), respectievelijk, met SDQ Emotionele Symptomen, Gedragsproblemen, Hyperactiviteitssymptomen, Problemen met leeftijdgenoten, en Impact scores waren die afgenomen waren tot niet-klinisch significante niveaus op het moment van nabehandeling. Voor de SDQ Prosociale subschaal waren er 39 cliënten met scores op of onder de klinische cut-off score van 5 voor de behandeling. Opvallend was dat van 17 cliënten na de behandeling gegevens ontbraken voor de SDQ Prosociale subschaal. Van deze cliënten waren er 17 van de 22 (77%) met een SDQ Prosociale score die na de behandeling was gestegen tot het niet-klinisch significante bereik.
* Goodman, R. (1997). De Strengths and Difficulties Questionnaire: A Research Note. Tijdschrift voor kinderpsychologie en -psychiatrie, 38, 581-586. http://www.sdqinfo.com/