De Nankin is een oud hoenderras waarvan wordt aangenomen dat het een van de oudst bekende krielkippen is. Het oorspronkelijke oorsprongspunt van de vogel is onduidelijk in de geschiedenis en gaat verder terug dan alle bekende verslagen. Er zijn aanwijzingen dat de vogel vóór 1500 in Engeland is aangekomen en er wordt zelfs gespeculeerd dat hij er al veel eerder was.
Toen was de Nankin een populair en talrijk ras in Engeland, maar zijn aantal begon terug te lopen tijdens de “kippengekte” in het midden van de 18e eeuw, toen kippenfokkers hun aandacht verlegden naar het creëren van nieuwe en exotische rassen. Hierdoor namen de populaties van oudere rassen in aantal af. De Nankin speelde nog steeds een belangrijke rol en werd gebruikt bij de ontwikkeling van talrijke krielrassen, zoals de Sebright. Afgezien van deze capaciteit werd het ras vooral erkend voor zijn nut als broedkip – een broedse kip die wordt gebruikt om eieren uit te broeden. Nankins werden voor dit doel vaak gehouden op wildfokkerijen in Engeland en leveren ook vandaag nog deze waardevolle dienst aan kleine boerderijen.
Nankins staan bekend om de rijke kastanjekleur van hun lichaam. De hennen hebben een lichte kastanjekleur, waarbij het uiteinde van de staartveren zwart is. De mannetjes hebben de neiging donkerder van kleur te zijn met zwarte staart en zwarte vliegveren. Het ras kan worden aangetroffen met rozenkammen of enkele kammen, waarbij beide variëteiten helderrode halskwabben, gezichten en oorlellen hebben. De poten moeten leiblauw zijn, maar witte poten komen ook voor. Witte pootkleur wordt beschouwd als een fout en komt voor als gevolg van een verborgen recessief gen in de mannetjes.
Nankins hebben een kalm karakter en een sympathieke persoonlijkheid; de hanen zijn echter bekend om hun zachte aard te overwinnen en zullen naar de verdediging van een hen rennen als ze in nood roept. Een ongewoon gedragskenmerk van Nankins is hun neiging om als groep zeer dicht bij elkaar te blijven, waarbij de individuen zelden ver van de rest van de kudde afdwalen. Dit gedrag dient hen als verdedigingsmechanisme, vooral wanneer zij samen met grotere hoenders worden gehouden. De kleine Nankin kan niet concurreren om voedsel met grotere kippenrassen die in hetzelfde gebied leven, dus hebben ze de neiging om rond te dwalen aan de uiterste randen van een foerageergebied. Door zich te groeperen verbeteren hun overlevingskansen aanzienlijk. De Nankin staat bekend om zijn goede eivruchtbaarheid en broedbaarheid als de hennen mogen broeden. Hun eieren hebben de neiging meer rond van vorm te zijn, zoals soms het geval is bij andere krielrassen. Dit kan leiden tot broedproblemen voor de kuikens wanneer ze kunstmatig worden uitgebroed. Bij het uitbroeden van hun eieren moet voorzichtig te werk worden gegaan om verlies te voorkomen. Na het uitkomen groeien de winterharde kuikens snel tot volwassenheid en zijn ze gemakkelijk op te fokken.
Je bent misschien geïnteresseerd in…
Storey’s Illustrated |
City Chicks – Pat Foreman $22.50 |
The Small Scale Poultry Flock – Harvey Ussery $39.95 |