The Use of Force door William Carlos Williams, 1938

William Carlos Williams schreef “The Use of Force” in 1933 als een van de verhalen die hij had beloofd aan de redactie van het proletarische tijdschrift Blast. Hij was toen op het hoogtepunt van zijn periode van sociaal bewustzijn, en hij voelde pijn over het feit dat veel van zijn patiënten in armoede leefden. De Verenigde Staten werden verwoest door de Grote Depressie, een economische ramp die duurde tot de Tweede Wereldoorlog voldoende groei stimuleerde zodat de werklozen werk vonden in de oorlogsindustrie. Williams, een huisarts in de industriestad Rutherford, New Jersey, wist wat armoede betekende, en na jaren dichter en experimenteel prozaschrijver te zijn geweest, begon hij duidelijker en directer te schrijven over het leven van mensen. “Ik leefde tussen deze mensen,” legde hij uit; “Ik was erbij betrokken.”

Hij streefde er in verhalen uit 1930 als “The Use of Force,” “Jean Beicke,” “The Girl with a Pimply Face,” en “Four Bottles of Beer” naar om zowel de schoonheid als de pijn van de gewone Amerikaan tot uitdrukking te brengen. Zoals hij in zijn autobiografie schreef: “Ze hadden geen kennis en geen enkele vaardigheid. Ze zakten, werden gevangen gezet, kregen ‘Mamie’ met kind, en vielen weg, als ze het al overleefden, van hun perfecties…. Ze waren perfect, ze leken perfect geboren te zijn, niets anders nodig te hebben. Ze waren daar, leefden voor mij.” “The Use of Force” verscheen in Williams tweede verhalenbundel, Life along the Passaic River, een boek getiteld om het verband te benadrukken tussen kunst en de mensen die in het zwaar getroffen gebied rond New Jersey’s Passaic River woonden.

Williams had zijn eerste dichtbundel meer dan 25 jaar eerder gepubliceerd, en hij was bevriend geweest met Ezra Pound, H. D., en Marianne Moore tijdens zijn medische schooltijd in Philadelphia. Na die tijd werd hij beschouwd als een vooraanstaand avant-garde schrijver. Hij stond echter niet bekend als een politiek schrijver. Toen hij zich in het midden van de jaren 1920 op fictie toelegde, verkende hij personages en thema’s die nieuw waren voor de modernistische schrijverij. James Joyce was zijn Ierse jeugd aan het ontginnen, net zoals Ernest Hemingway schreef over zijn adolescentie in Michigan en zijn ervaringen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Williams, in plaats van zijn eigen vroegere jaren als onderwerp te gebruiken, richtte zich tot zijn arbeiderspatiënten. Voor hem was de belangrijkste vraag tijdens deze cruciale jaren: Waar zal het verhaal over gaan?

“The Use of Force” is een opzienbarend stuk fictie omdat het zo weinig structuur lijkt te hebben. Het verhaal, verteld als een fysieke strijd tussen de onderzoekende arts en de koppige jonge patiënt, is een enkele episode die zich volledig concentreert op de wilsstrijd. Het is geschreven vanuit het perspectief van de mannelijke arts, wiens opdracht het is de mond van het meisje, Mathilda Olson, te openen om in haar keel te kijken en vast te stellen of ze difterie heeft of niet. Onder de hoede van haar sentimentele ouders, die in hun dialoog met hun dochter de bruuske arts tot zwijgen brengen, vecht het meisje met alle kracht die ze heeft tegen de arts. Ze krabt hem en bijt de tongspatel die hij uiteindelijk in haar mond duwt in stukken. Door de worsteling heen blijven haar kaken stevig gesloten en haar geheim bewaakt. Het hoogtepunt van het verhaal komt wanneer de dokter eindelijk haar mond openwringt en ziet dat ze inderdaad besmet is met de dodelijke ziekte. De titel van het verhaal verwijst naar het gebruik van geweld door beide personages.

Sommige lezers hebben het verhaal gelezen als een verkenning van de psyche van de dokter, die het jonge meisje dwingt zich aan zijn onderzoek te onderwerpen. Het is zelfs gelezen als een verkrachtingsverhaal, waarbij de nadruk op de erotiek wordt gelegd in plaats van op de schijnbare verhaallijn, op een manier die Williams echte genie met korte fictie beperkt. Wat Williams heeft gedaan met de figuur van de arts draagt bij aan deze complexe fictie. Hij toont de arts als een man van passie, vastbesloten om de jonge patiënte voor zich te winnen, ook al bewondert hij haar even hartstochtelijke wil om zijn onderzoek te weerstaan. Maar hij tekent de arts ook als een man met een ironisch gevoel voor taal, zo niet voor humor. De dokter praat stoer: “Ik moest in mezelf lachen. Ik was tenslotte al verliefd geworden op de wildebras.”

Williams laat de lezer zich afvragen of dit het soort dokter is dat je voor je kind zou willen. Waarom noemt hij haar een “wildebras”? Waarom de nadruk op de veroverende rol van de arts? Maar wat Williams doet is het drama van een simpele gebeurtenis intensiveren door de acties van de personages levendigheid te geven. De erotische onderstromen voegen een dimensie toe aan de strijd die inherent is aan alle man-vrouw interacties, zelfs als de beleefde maatschappij, die de Olsons vertegenwoordigen, de aanwezigheid ervan ontkent. Williams laadt het verhaal op met een duel tussen de taal van de Olsons en die van de arts. “Hij zal je geen pijn doen,” zegt mevrouw Olson. Toch wordt de lezer meegesleept in de dramatische ironie van de wetenschap dat de arts haar wel degelijk pijn zou doen als hij dat moest, want zijn enige doel is een diagnose te stellen van haar ziekte. Wat hij moet doen om dit te bereiken doet er weinig toe. Haar ouders beginnen te etiketteren; zij adviseren hun worstelende kind om de “aardige” dokter zijn gang te laten gaan, terwijl zij haar “slecht” noemen. Williams arts kiest de kant van het kind en vraagt zich af hoe hij aardig tegen haar kan lijken als hij met moeite haar kan overmeesteren zodat hij dingen in haar mond kan duwen.

Williams’ stijl is zowel expliciet als snel. Geen woord is overbodig, en alles wat op de pagina verschijnt is nuttig voor de lezer. Maar de beknoptheid is geen skeletachtige journalistieke behandeling die oversimplificeert. Integendeel, Williams fictie blijft opzettelijk suggestief en is vaak verfrissend ambivalent over morele houdingen. Hoewel hij het meest bekend is als dichter, die de Pulitzer Prize voor poëzie won kort na zijn dood in 1963, was Williams ook een belangrijke vernieuwer in proza. “The Use of Force’ blijft een groots Amerikaans kort verhaal, precies in de afbakening van het karakter en zorgvuldig direct in de uitvoering van het verhaal.

-Linda Wagner-Martin

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.