Tracheobronchiale malacie en stenose bij kinderen op de intensive care: bronchogrammen helpen het resultaat te voorspellen

Achtergrond: Ernstige tracheobronchiale malacie en stenose zijn belangrijke oorzaken van morbiditeit en mortaliteit bij kinderen op de intensive care, maar er is weinig bekend over hoe deze aandoeningen het beste kunnen worden gediagnosticeerd of hoe hun prognose kan worden bepaald.

Methoden: De dossiers van alle 62 kinderen bij wie een of beide van deze aandoeningen waren gediagnosticeerd door middel van contrast cinetracheobronchografie op onze intensive care afdeling in de periode 1986-95 werden bestudeerd.

Resultaten: Vierenzeventig procent van de 62 kinderen had een aangeboren hartaandoening; geen enkele was een premature baby met een luchtwegaandoening die gepaard ging met langdurige beademing. Vijftien van de kinderen hadden luchtwegstenose zonder malacie; drie stierven als gevolg van de stenose en twee stierven door andere oorzaken. Achtentwintig van de 47 kinderen met malacie stierven; slechts acht kinderen overleefden zonder ontwikkelings- of ademhalingsstoornissen. Alle kinderen die langer dan 14 opeenvolgende dagen beademing voor malacie nodig hadden, overleden wanneer hun bronchogram matige of ernstige malacie van een van beide hoofdbronchussen vertoonde (15 gevallen), of malacie van enige ernst van beide bronchiën (drie bijkomende gevallen); alle kinderen die langer dan 21 opeenvolgende dagen beademing voor malacie nodig hadden, overleden wanneer hun bronchogram malacie van enige ernst van de trachea of een hoofdbronchus vertoonde (drie bijkomende gevallen). Deze bevindingen waren sterk geassocieerd met een fatale afloop (p<0,00005); ze waren aanwezig bij 21 kinderen (die allen overleden) en afwezig bij 26 (van wie er zeven overleden, zes aan een niet-respiratoire oorzaak). Ze hadden een positief voorspellende waarde voor overlijden van 100%, maar de ondergrens van het 95%-betrouwbaarheidsinterval was 83,9%, zodat tot 16% van de patiënten die aan de criteria voldeden, zou kunnen overleven.

Conclusie: In deze serie gaven de bevindingen op contrast cinetracheobronchografie in combinatie met de duur van de beademing een bruikbare richtlijn voor de prognose van kinderen met tracheobronchomalacie. De informatie verkregen door bronchoscopie was minder bruikbaar.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.