Aan het eind van het eerste trimester is het normaal dat u zich een beetje buiten adem begint te voelen. Dit komt doordat uw hart en longen veel harder moeten werken om uw lichaam van zuurstof te voorzien door alle veranderingen die plaatsvinden om de baby te laten groeien.
De hoeveelheid zuurstof die u tijdens de zwangerschap nodig hebt, is ongeveer 20 procent meer dan normaal; een deel hiervan gaat naar de placenta (zie U bent 10 weken precies) en de baby en de rest naar uw andere organen. Om die grotere hoeveelheid zuurstof te krijgen, ademt u sneller en dieper, bijna hyperventilerend, zodat u zich kortademig voelt, vooral als u sport.
Tijdens uw zwangerschap kunt u merken dat die kortademigheid of dat gevoel dat u niet diep genoeg ademt, blijft bestaan of erger wordt. Naarmate de baby groeit, zal uw baarmoeder zich naar boven uitbreiden en zullen uw andere buikorganen zich herschikken om meer ruimte te creëren. Uw organen en baarmoeder drukken tegen uw middenrif, zodat het moeilijker wordt om diep adem te halen, zodat u veel sneller moet ademen om alle zuurstof binnen te krijgen. Het hormoon progesteron kan ook invloed hebben op de snelheid waarmee u ademt.
Als u zich zorgen maakt over ademnood, aarzel dan niet om met uw arts te praten.