Het U.S. Court of Appeals for the Sixth Circuit heeft voor het eerst geoordeeld dat werkgevers de wettelijke verjaringstermijn (d.w.z. de termijn waarbinnen een vordering moet worden ingesteld) onder Titel VII niet contractueel kunnen verkorten.
Titel VII bevat specifieke termijnen die van toepassing zijn op het instellen van een rechtsvordering. Een werknemer moet eerst binnen 180 dagen een aanklacht wegens discriminatie indienen bij de Equal Employment Opportunity Commission of een antidiscriminatiebureau van de staat, hoewel dit tot 300 dagen wordt verlengd in “uitstel”-staten (d.w.z. staten met zowel antidiscriminatiewetten als staatsagentschappen om deze af te dwingen). De EEOC behoudt jurisdictie over de zaak tot 180 dagen na de indiening van de aanklacht, gedurende welke periode het een onderzoek naar de aanklacht uitvoert, dat langer dan 180 dagen kan duren. Zodra de EEOC een beslissing neemt en een kennisgeving van het recht om te procederen afgeeft, heeft de werknemer 90 dagen de tijd om een rechtszaak aan te spannen in een federale rechtbank.
In Logan v. MGM Grand Detroit Casino, ondertekende de werknemer een sollicitatie met een bepaling die een verjaringstermijn van zes maanden vaststelde voor het instellen van een rechtszaak tegen de werkgever en die afzag van alle toepasselijke verjaringswetten. De werkneemster diende 216 dagen na haar ontslag een klacht wegens discriminatie in bij de EEOC, en nadat zij een kennisgeving van het recht om te procederen had ontvangen, spande zij een rechtszaak aan bij de federale rechtbank. De werkgever verzocht om afwijzing van haar rechtszaak omdat deze niet tijdig was ingediend binnen de contractuele termijn van zes maanden.
De Sixth Circuit oordeelde echter dat die contractuele beperking niet afdwingbaar was. In het bijzonder maakte de Sixth Circuit onderscheid tussen statuten die een verjaringstermijn bevatten, zoals Title VII, de Fair Labor Standards Act en de Equal Pay Act, en die welke dat niet doen, zoals de Employee Retirement Income Security Act en Section 1981. De verjaringstermijn van Titel VII is dus een materieel recht waarvan niet kan worden afgeweken, in plaats van een procedureel recht waarvan kan worden afgezien, en dat bedoeld is ter bescherming van de procedure die door het Congres is ingesteld om de EEOC in staat te stellen aanklachten te onderzoeken en vrijwillige naleving van Titel VII te bevorderen.
Deze zaak maakt duidelijk dat, hoewel werkgevers contractueel verjaringstermijnen kunnen inkorten voor bepaalde vorderingen, dergelijke contractuele verjaringstermijnen niet van toepassing zouden zijn op een wettelijke vordering wanneer de wet zelf – zoals Titel VII – een verjaringstermijn bevat.