Waarom heeft de Orthodoxe Kerk gehuwde priesters?
Huwelijk van geestelijken is een punt van verschil tussen de Orthodoxe Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk. De Orthodoxe Kerk staat priesters toe te trouwen, mits zij dit doen vóór hun wijding. Echter, alleen celibataire of ongehuwde priesters kunnen bisschop worden.
In de vroege Kerk zien we dat sommige van de discipelen van de Heer gehuwd waren. De Schrift spreekt over Jezus die de schoonmoeder van Petrus geneest. In de tijd van de apostelen, toen de titels ‘presbyter’ en ‘bisschop’ door elkaar werden gebruikt, adviseerde Paulus dat een bisschop “onberispelijk moet zijn, de man van één vrouw, gematigd, nuchter van geest…” (1 Timotheüs 3:2). Zelfs later, toen de rol van presbyters en bisschoppen duidelijker werd afgebakend, konden beiden ervoor kiezen te trouwen. In de 5e eeuw besloot de Kerk echter dat bisschoppen celibatair moesten blijven, om pastorale redenen (zodat familiezaken het toezicht op de Kerk niet in de weg zouden staan). In het Westen werd deze eis uitgebreid tot priesters en in de 12e eeuw duidelijk geformuleerd.
Door gehuwde mannen tot het priesterschap toe te laten, bevestigt de Orthodoxe Kerk de zegen van het huwelijk zonder afbreuk te doen aan de bevestiging van de zegen van het celibaat. De heilige Clement van Alexandrië schrijft: “Het celibaat en het huwelijk hebben elk hun eigen functies en specifieke diensten aan de Heer”, en daarom “bewijzen wij eer aan hen die de Heer met de gave van het celibaat heeft begunstigd en bewonderen wij de monogamie en haar waardigheid” (De Stromata, Boek 3). Het huwelijk volgens de wil van Christus en het celibaat als toewijding aan Christus zijn twee verschillende geestelijke wegen, die gelijkelijk geldig zijn voor een waarachtig leven van het geestelijk leven. Dit is zo voor gewijde geestelijken als voor ieder ander.
Ongetrouwde mannen die zich geroepen voelen tot het priesterschap moeten beslissen of zij eerst trouwen en dan gewijd worden of dat zij celibatair priester worden. Men moet begrijpen dat het celibaat een speciale gave van God is. Toen ouderling Paisios hierover werd ondervraagd, zei hij dat alle hindernissen op de weg naar een celibatair leven in Christus kunnen worden overwonnen met gebed en geestelijke strijd. Eén ding kan echter niet worden overwonnen, en dat is de behoefte en het verlangen naar het hebben van een gezin, omdat dit verlangen door God in ons is ingeplant (Genesis 1:27-28). Daarom is de roeping van het celibataire leven een bijzondere gave van God.
God heeft zowel het celibataire als het gehuwde leven gezegend. Het is aan ieder van ons om onze gegeven roeping te gebruiken om verlossing te verdienen voor onszelf en de mensen om ons heen. Onze roeping is slechts de weg naar ons heil. De priester in het bijzonder streeft ernaar een voorbeeld te zijn van christelijk leven; om, zoals de heilige Basilius de Grote zegt, “een onberispelijk werker te zijn, die het woord der waarheid juist verkondigt” (Geboden van de heilige Basilius aan Priesters). Dit kan worden bereikt ongeacht of de priester gehuwd of celibatair is.
† Pater G. L.