Matheüs 5:42
Sommige commentatoren kunnen niet begrijpen waarom Jezus dit voorbeeld bij de andere drie plaatst, omdat het geen blijk lijkt te zijn van een goede houding onder beproeving. Maar een godvruchtige houding bij het afstand doen van wat ons dierbaar is, kan ook voor ons een beproeving zijn. Het parallelle schriftgedeelte in Lukas 6:30 laat zien dat het het patroon van de vorige illustraties volgt: “Geef aan ieder die van u vraagt. En van hem die uw goederen wegneemt, vraag ze niet terug.”
Velen menen dat wat Jezus hier vraagt dwaas is, namelijk om aan iedereen te geven die van ons vraagt en zonder bezwaar toe te staan dat onze goederen worden geplunderd. Misschien helpt Lukas 6:34-35 om te verduidelijken wat Jezus bedoelt:
En indien gij leent aan hen van wie gij hoopt terug te ontvangen, welk een eer is dat voor u? Want zelfs zondaars lenen aan zondaars om evenveel terug te ontvangen. Maar hebt uw vijanden lief, doet goed en leent, zonder er iets voor terug te verwachten; en uw loon zal groot zijn, en gij zult zonen des Allerhoogsten zijn. Want Hij is goedertieren jegens de ondankbaren en de bozen.
Zijn illustratie in Mattheüs 5:42 gaat over lenen en uitlenen, niet over zich laten plunderen. Net als in de andere illustraties is Zijn voornaamste punt dat het de voorkeur verdient verlies of schade te lijden dan wraak te nemen of de situatie te verergeren. Wanneer wij aan iemand in nood geven, moeten wij niet verwachten dat wij voor onze vrijgevigheid worden terugbetaald, en wij moeten zeker geen stappen ondernemen om terugbetaling af te dwingen. Christelijke naastenliefde moet worden gedaan zonder winst te verwachten. Toch ziet God en Hij zal ons een gunst bewijzen: “Wie medelijden heeft met de armen, leent aan de HEER, en Hij zal terugbetalen wat hij gegeven heeft” (Spreuken 19:17).
Als iemand om een lening van geld of goederen vraagt, moeten wij ervan uitgaan dat hij te goeder trouw is, als er geen verzachtende redenen zijn om aan zijn oprechtheid te twijfelen. Wij moeten echter andere principes uit Gods Woord in gedachten houden, zoals goede rentmeesters zijn van wat God ons gegeven heeft, zorgen voor onszelf, luiheid niet aanmoedigen of de nietsdoenden ondersteunen, geen ondeugden steunen (alcohol, drugs of andere verslavingen) en niet meedoen aan duistere of dubieuze “get-rich-quick schemes”. Jezus’ suggestie is dat, als we aan anderen lenen, we er net zo goed van uit kunnen gaan dat dat geld voor altijd weg is. De strijd om het terug te krijgen zal waarschijnlijk niet de moeite waard zijn, om nog maar te zwijgen van de schade die het kan toebrengen aan relaties en aan iemands karakter.
Kortom, wat vraagt Zijn laatste illustratie van ons? Het vraagt van ons, niet alleen dat we lenen zonder achterdocht en zonder winstoogmerk, maar ook dat we een genereuze geest van uitgaande zorg hebben voor een broeder of zuster in nood.
John O. Reid (1930-2016)
Go the Extra Mile