Wat is een bloeddrukmeting en wat betekenen de twee getallen?

Bloeddrukwaarden verschillen van persoon tot persoon. Het kan soms verwarrend zijn omdat de twee getallen moeilijk te begrijpen lijken. De bloeddruk wordt uitgedrukt als 131/92, de uitleg van de twee getallen is als volgt:

  • Het eerste getal is de systolische bloeddruk. Dit verwijst naar de druk die ontstaat wanneer het hart klopt en bloed door de slagaders pompt om naar de rest van uw lichaam te gaan (d.w.z. waar het hart het bloed leegt). Het bloed dat wordt rondgepompt, oefent een kracht uit op uw bloedvaten. Deze kracht wordt weergegeven in het eerste getal, het systolische getal.
  • Het tweede getal wordt de diastolische bloeddruk genoemd, in tegenstelling tot de systolische meting die bekend staat als de druk wanneer het hart bloed pompt via de slagaders, verwijst dit naar de druk in de slagaders wanneer uw hart rust (of in rust is) tussen de slagen in (d.w.z. wanneer het hart zich vult met bloed). Dit is de periode waarin de hartspier zelf zuurstof kan krijgen wanneer deze zich vult met bloed.

Welk getal is belangrijker bij het meten van de bloeddruk?

Weliswaar wordt meestal meer aandacht besteed aan systolische waarden, en deze worden over het algemeen als ‘belangrijker’ beschouwd, maar beide bloeddrukgetallen zijn belangrijk, en het ene mag geen voorrang krijgen boven het andere als het gaat om het meten van de algehele gezondheid.

Bloeddrukgrafiek

Wat bloeddrukwaarden betekenen

Bloeddrukmetingen worden als volgt beschreven1:

    • Een gezonde volwassene moet een systolische druk hebben die lager is dan 120 mmHg en een diastolische onder 80 mmHg (d.w.z. lager dan 120/80)
    • Verhoogde bloeddruk (vroeger prehypertensie genoemd), treedt op wanneer de bloeddruk hoger is dan normaal, maar niet hoog genoeg om te worden gediagnosticeerd als hypertensie (hoge bloeddruk). De metingen hiervoor zijn als volgt – Systolisch tussen 120 en 129 mmHg en diastolisch onder 80 mmHg.
    • Hypertensie, ook bekend als hoge bloeddruk, wordt gediagnosticeerd wanneer de meting een van de volgende is:
      • Hypertensie stadium 1 – Systolisch tussen 130 en 139 mmHg of diastolisch 80 tot 89 mmHg
      • Hypertensie stadium 2 – Systolisch meer dan 140 mmHg of diastolisch meer dan 90 mmHg
    • Hypotensie, ook wel lage bloeddruk genoemd, wordt gediagnosticeerd wanneer de meting als volgt is:
      • Systolisch is lager dan 80 mmHg of diastolisch is 60 mmHg

Een persoon wordt pas gediagnosticeerd met hypertensie (hoge bloeddruk) wanneer hij of zij drie of meer aanhoudend verhoogde bloeddrukmetingen heeft gehad die op afzonderlijke dagen zijn gedaan toen de persoon in rust was.
**Mijn Med Memo – Wanneer u kijkt naar bloeddrukmetingen, onthoud dan dat mm Hg millimeter kwik betekent, dit verwijst naar de eenheden die worden gebruikt om de bloeddruk te meten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.