Abstract
Wetenschappers menen dat een aanzienlijke klimaatverandering onvermijdelijk is zonder een drastische vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door de verbranding van fossiele brandstoffen. Er zijn echter maar weinig landen die een alomvattend beleid hebben gevoerd om deze externe effecten te beprijzen of die serieuze middelen hebben uitgetrokken voor de ontwikkeling van koolstofarme energiebronnen. In veel opzichten gokt de wereld erop dat we het gebruik van fossiele brandstoffen sterk zullen verminderen omdat we geen goedkope fossiele brandstoffen meer zullen hebben (het aanbod zal afnemen) en/of omdat de technologische vooruitgang zal leiden tot de ontdekking van minder dure koolstofarme technologieën (de vraag zal afnemen). Uit de historische gegevens blijkt dat het aanbod van fossiele brandstoffen in de loop van de tijd steeds is toegenomen en dat het relatieve prijsvoordeel van deze brandstoffen ten opzichte van koolstofarme energiebronnen in de loop van de tijd niet wezenlijk is afgenomen. Zonder krachtige inspanningen om de tekortkomingen van de markt voor broeikasgassen te corrigeren, is vertrouwen op de krachten van vraag en/of aanbod om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, sterk vertrouwen op hoop.