Geboren op 13 februari 1879 in Hyderabad, verwierf Sarojini Naidu bekendheid met haar toneelstuk ‘Maher Muneer’.
Op zeer jonge leeftijd schreef zij haar eerste gedicht genaamd ‘De dame van het meer’, dat dertienhonderd regels lang was.
Zij kreeg op 16-jarige leeftijd een beurs van de Nizam van Hyderabad en ging naar het Londense King’s College.
Zij was meertalig en hield haar toespraak in het Engels, Hindi, Bengali of Gujarati. Toen ze in het Engels sprak in de Londense Assemblee, had ze het daar aanwezige publiek gebiologeerd.
Haar eerste dichtbundel, The Golden Threshold (1905), werd gevolgd door The Bird of Time (1912), en in 1914 werd ze verkozen tot fellow van de Royal Society of Literature.
Ze verscheen in de Hindi-versie van Meera 1945 om MS Subbulakshmi aan het Noord-Indiase publiek voor te stellen.
Sarojini Naidu staat bekend als de Nachtegaal van India of Bharatiya Kokila.
Zij was een van de leden van de constituerende Vergadering en droeg zo bij als de grondleggers van de Indiase democratie door middel van een geschreven en goed doordachte grondwet.
Naidu was de eerste vrouwelijke gouverneur in onafhankelijk India. Ze werd gouverneur van Uttar Pradesh.
Zij maakte deel uit van de Ronde Tafelconferentie die in 1930 samen met Mahatma Gandhi werd gehouden.
In 1925 werd ze voorzitter van het Indiase Nationale Congres en in 1930 nam ze deel aan de Salt Satyagraha.
Haar inspanningen om vrijheid voor het land te verkrijgen hadden haar tweemaal in de gevangenis doen belanden, eerst tijdens de burgerlijke ongehoorzaamheidsbeweging en daarna nog eens tijdens de “quit India”-beweging.
HIGHLIGHT – De Britse regering kende Naidu de Kaisar-i-Hind Medaille toe voor haar werk tijdens de pestepidemie in India. Na het bloedbad van Jallianwala Bagh gaf zij de onderscheiding echter uit protest terug.