Epitheelweefsels onderscheiden zich door hun vermogen tot afscheiding, naast uiteraard hun rol in de bekleding van het lichaam. Het epitheel dat de afscheidende functie heeft, wordt klier genoemd en is verantwoordelijk voor de produktie van stoffen die essentieel zijn voor het functioneren van het organisme.
Een klier kan worden gevormd door een enkele geïsoleerde cel, die de naam eencellig krijgt, of kan verscheidene gegroepeerde cellen bevatten, die pluricellulair worden genoemd. Een voorbeeld van een eencellige klier is de kelkcel, die een kelkachtige vorm heeft en gekenmerkt wordt door zijn vermogen om slijm af te scheiden in de luchtwegen en het maagdarmkanaal.
Mindmap: Klieren
*Om de mindmap in PDF te downloaden, klik hier!
Pluricellulaire klieren komen het meest voor in het lichaam en zijn gevormd uit epitheelcellen die zich vermenigvuldigen en aan bindweefsel vasthechten. Afhankelijk van de wijze waarop de afscheiding plaatsvindt, worden klieren ingedeeld in endocriene en exocriene klieren.
Er zijn twee hoofdtypen klieren
→ Exocriene klieren
Exocriene klieren geven afscheiding af aan het vrije oppervlak (lichaamsoppervlak of orgaanlumen) en hebben kanalen of kanaaltjes waar de afscheiding doorheen gaat totdat deze de plaats bereikt waar zij zal worden verwijderd. In deze klieren kunnen twee afzonderlijke delen worden waargenomen: het secretorische deel en de klierkanalen, die verbindingen vormen met het epitheel dat eraan ten grondslag ligt.
De exocriene klieren worden gewoonlijk ingedeeld volgens de morfologie van het secretorische deel. In dit geval hebben we buisvormige, acinon en samengestelde exocriene klieren. De buisvormige exocriene klieren hebben een buisvormig afscheidingsgedeelte. De acinaire of alveolaire exocriene klier daarentegen vertoont een secretorisch gedeelte met een meer afgeronde vorm. Tenslotte zijn er de samengestelde klieren, die buisvormig, acinair of tubulo-acinair kunnen zijn. Zij vertonen een secretorisch deel met kenmerken van zowel tubulaire als acumineuze klieren.
Exocriene klieren kunnen verder worden ingedeeld naar de wijze waarop de secretie de cel verlaat in: merocrien, apocrien en holocrien. In merocriene klieren komt de afscheiding vrij zonder verlies van cytoplasma. De apocriene klieren daarentegen elimineren de afscheiding met gedeelten van het cytoplasma. Holocriene klieren daarentegen zijn klieren waarbij de gehele cel met de afscheiding wordt geëlimineerd (Zie onderstaand schema).
Noteer de verschillende manieren waarop de afscheiding wordt geëlimineerd *
Als voorbeeld van exocriene klieren kunnen we de melkklieren, zweetklieren en talgklieren noemen.
→ Endocriene klieren
Endocriene klieren voeren hun afscheiding rechtstreeks in de bloedbaan af en hebben, in tegenstelling tot exocriene klieren, geen klierkanaal. Het product van deze klieren wordt een hormoon genoemd en het geheel van deze klieren vormt het endocriene systeem.
Op grond van de organisatie van hun cellen kunnen wij de endocriene klieren indelen in cordonale en vesiculaire klieren. Bij het cordonale type zijn de cellen van de klier georganiseerd in rijen die willekeurig splitsen en fuseren. Bij het vesiculaire type daarentegen vormen de cellen blaasjes gevuld met afscheiding.
Als voorbeeld van endocriene klieren hebben we onder andere de schildklier, de hypofyse, de bijschildklier en de bijnieren.
Curiositeit: De alvleesklier is een klier die zowel endocrien (pancreaseilandjes) als exocrien (pancreaseacini) werkt, waardoor hij de benaming gemengde klier heeft gekregen.
*Image credit: Wikimedia Commons
Door Ma. Vanessa dos Santos