(4) De president moet, op aanbeveling van de Nationale Vergadering, de openbare beschermer, de auditeur-generaal en de leden van-
(a) de Zuid-Afrikaanse Commissie voor de rechten van de mens;
(b) de Commissie voor gendergelijkheid; en
(c) de Verkiezingscommissie benoemen.
(5) De Nationale Vergadering moet personen aanbevelen
(a) die worden voorgedragen door een commissie van de Vergadering die evenredig is samengesteld uit leden van alle in de Vergadering vertegenwoordigde partijen; en
(b) goedgekeurd door de Vergadering door middel van een resolutie die is aangenomen met een ondersteunende stem van
(i) ten minste 60 procent van de leden van de Vergadering, indien de aanbeveling betrekking heeft op de benoeming van de openbare beschermer of de auditeur-generaal; of
(ii) een meerderheid van de leden van de Vergadering, indien de aanbeveling betrekking heeft op de benoeming van een lid van een Commissie.
(6) Er kan worden voorzien in de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij het proces van de aanbeveling, zoals bepaald in artikel 59, lid 1, onder a).
Ontslag uit het ambt
194. (1) De openbare beschermer, de auditeur-generaal of een lid van een bij dit hoofdstuk ingestelde commissie kunnen slechts van hun ambt worden ontheven op grond van
a) wangedrag, onbekwaamheid of onbekwaamheid;
b) een commissie van de Nationale Vergadering heeft een besluit in die zin genomen; en
c) de Vergadering heeft een resolutie aangenomen waarin wordt opgeroepen tot de ontheffing van die persoon uit zijn ambt.
(2) Een resolutie van de Nationale Vergadering betreffende de ontheffing uit het ambt van-
(a) de openbare beschermer of de auditeur-generaal moet worden aangenomen met een steunstem van ten minste twee derde van de leden van de Vergadering; of
(b) een lid van een Commissie moet worden aangenomen met een steunstem van een meerderheid van de leden van de Vergadering.
(3) De voorzitter
(a) kan een persoon uit zijn ambt schorsen op elk moment na de aanvang van de werkzaamheden van een commissie van de Nationale Vergadering voor de afzetting van die persoon; en
(b) moet een persoon uit zijn ambt ontzetten na de aanneming door de Vergadering van de resolutie die oproept tot de afzetting van die persoon.
Tekst per zondag 3 december, 2017