Op 2 januari 1958 opende gouverneur Abraham Ribicoff officieel de Connecticut Turnpike – tegenwoordig de Governor John Davis Lodge Turnpike – voor het verkeer. Tien maanden later werden de laatste drie mijl opengesteld, inclusief de bruggen over de rivieren Mianus en Byram, die het Stamford-gebied met de New England Thruway verbinden. Op het moment van de aanleg was de Connecticut Turnpike de langste stedelijke snelweg van het land.
Daterend uit de koloniale tijd, diende de Boston Post Road als de belangrijkste route over land die New York met Boston verbond. Veranderingen in het vervoer en de druk van modernere verkeerseisen maakten de aanleg van een nieuwe reisroute echter noodzakelijk. In 1954 gaf de wetgevende macht van de staat Connecticut toestemming voor de aanleg van een 129 mijl lange snelweg, de “Greenwich-Killingly Expressway”, om New York met Rhode Island te verbinden. Deze nieuwe route zou oostelijk langs Long Island Sound lopen van Greenwich naar East Lyme, en dan noordoostelijk naar Killingly. De aanleg van de omgedoopte Connecticut Turnpike begon op 17 januari 1955. Deze moderne snelweg, ontworpen voor snelheden tot 60 mijl per uur, had vier tot zes rijstroken en werd in slechts drie jaar tijd aangelegd voor een bedrag van 464 miljoen dollar.
In 1956 begon de federale regering met de financiering van een nationaal systeem van interstate highways. Na de opening van de Connecticut Turnpike werd het grootste deel ervan onderdeel van dit nieuwe nationale systeem – op 21 augustus 1957 goedgekeurd door het Bureau of Public Roads en aangeduid als Interstate 95 van New York tot East Lyme en vervolgens Interstate 395 van East Lyme tot Plainfield.
Tolgelden en concessie-inkomsten van de 14 verzorgingsplaatsen langs de route dekten de aanlegkosten van de Connecticut Turnpike. De tolweg opende met tolbarrières in Greenwich, Norwalk, Stratford, West Haven, Branford, Madison, Montville en Plainfield. De oorspronkelijke tol voor personenauto’s voor de gehele route van 129 mijl bedroeg $2,10, maar de opstoppingen en het ongemak dat werd veroorzaakt door de frequente stops bij de tolhuisjes hielpen een succesvolle beweging op gang om deze af te schaffen. Het tijdperk van tolheffing kwam tot een einde op de Connecticut Turnpike in 1985.