In het Tibetaans boeddhisme is de Vajrasatva grondtantra Dorje Gyan, of “Vajra Ornament”. Vajrasatva-oefeningen komen in alle vier de scholen van het Tibetaans boeddhisme voor en worden zowel gebruikt om obscuraties te zuiveren zodat de Vajrayana-student na de Ngondro-oefeningen kan overgaan naar de verschillende yoga-oefeningen van tantra, als om eventuele verbroken samaya-geloften na inwijding te zuiveren. Als zodanig is Vajrasatva beoefening een essentieel element van Tibetaans boeddhistische beoefening.
Naast persoonlijke beoefening wordt de Vajrasatva mantra geacht het vermogen te hebben karma te zuiveren, vrede te brengen, en verlichte activiteit in het algemeen te veroorzaken. Na de aanslagen van 11 september 2001 op de Verenigde Staten kondigde Dzogchen Ponlop Rinpoche een project aan, Prayer 4 Peace, om een miljard zeslettergrepige Vajrasatva recitaties van beoefenaars over de hele wereld te verzamelen. De zeslettergrepige mantra (oṁ Vajrasatva Hūṁ), is een minder formele versie van de honderdlettergrepige mantra waarop hij gebaseerd is, maar bevat de essentiële spirituele punten van de langere mantra, volgens lama en tulku Jamgon Kongtrul.
Honderdlettergrepige MantraEdit
In de Tibetaanse Vajrayana boeddhistische praktijk wordt Vajrasatva gebruikt in de Ngondro, of voorbereidende oefeningen, om de bezoedelingen van de geest te zuiveren, voorafgaand aan het uitvoeren van meer geavanceerde tantrische technieken. De yik gya, de “Honderdlettergrepige Mantra” (Tibetaans: ཡིག་བརྒྱ, Wylie: yig brgya) smeekbede van Vajrasatva, benadert universaliteit in de verschillende elementaire Ngondro sadhana voor sadhakas van alle Mantrayana en Sarma scholen behalve de Bonpo. De uitspraak en de orthografie verschillen per traditie.
ཨོཾ་བཛྲ་སཏྭ་ས་མ་ཡ་མ་ནུ་པཱ་ལ་ཡ། ཨཱཿ །། ཧཱུྂ ཕཊ༔ |
Oṃ (1) Bhagavān (76) Vajri Bhava (92) Mahā Samaya (97) Satva Āḥ (100) || |
oṃ |
(De meest uitmuntende uitroep van lof) |
Longchen NyingtigEdit
De evocatie van de Honderdlettergrepige Vajrasatltva Mantra in de Vajrayana-lijn van Jigme Lingpa’s (1729-1798) ngondro uit de Longchen Nyingtig vertoont Sanskriet-Tibetaanse hybridisatie. Dergelijke tekstuele en dialectische diglossia (Sanskriet: dvaibhāṣika) is duidelijk vanaf de vroegste overdracht van tantra in de regio, waar de oorspronkelijke Sanskriet fonemen en lexicale items vaak orthografisch worden weergegeven in het Tibetaans, in plaats van in de vergelijkbare inheemse termen (Davidson, 2002). Hoewel Jigme Lingpa de Honderdlettergrepige Mantra niet componeerde, vertoont zijn schrijfstijl er een duidelijke gelijkenis mee, zoals blijkt uit zijn biografieën (Gyatso, 1998). Jigme Lingpa schreef als pandit, wat in de context van de Himalaya een inheemse Tibetaan betekent die vertrouwd was met het Sanskriet, vaak in een gehybridiseerde Sanskriet-Tibetaanse diglossia.
DzogchenEdit
“De Spiegel van het Hart van Vajrasatva” (Tibetaans: རྡོ་རྗེ་སེམས་དཔའ་སྙིང་གི་མེ་ལོང, Wylie: rdo rje sems dpa’ snying gi me long) is een van de Zeventien Tantra’s van Dzogchen Upadesha.
Samantabhadra discourseert tot Vajrasatva en op zijn beurt stelt Vajrasatva vragen aan Samantabhadra ter verduidelijking in de Kulayaraja Tantra (Wyl. kun byed rgyal po; Tib. künjé gyalpo) of “De Al-Scheppende Koning Tantra”, de belangrijkste tantra van de Geest Serie van Dzogchen.
MetgezellenEdit
Vajrasatva wordt vaak afgebeeld met verschillende metgezellen: de vredelievende Vajragarvi alias Vajrasatvātmikā (Tib. Dorje Nyema), Dharmadhatvishvari, Ghantapani (“Klokdrager”), de toornige Diptacakra, Vajratopa, Vajrabhrikuti, en anderen.