Theodor Seuss Geisel (2 maart 1904 – 24 september 1991) beter bekend als Ted Geisel, Theo LeSieg en Dr. Seuss (Doctor Seuss) was een Amerikaanse schrijver en striptekenaar, vooral bekend om zijn klassieke kinderboeken onder de pennaam Dr. Seuss, waaronder The Cat in the Hat, Green Eggs and Ham, How the Grinch Stole Christmas en One Fish Two Fish Red Fish Blue Fish. Zijn boeken zijn voor veel kinderen en hun ouders niet meer weg te denken. Dr. Seuss’ handelsmerken waren onder andere zijn rijmende tekst en zijn bizarre wezens. Hij schreef en illustreerde 44 kinderboeken. Veel van zijn boeken zijn bewerkt tot korte tekenfilms. Zijn boeken The Cat in the Hat, How The Grinch Stole Christmas, Horton Hears a Who! en The Lorax zijn bewerkt tot speelfilms, evenals de musical, “Seussical”, die een bewerking is van veel van zijn boeken samen.
Leven en carrière
Theodor Seuss Geisel werd geboren op 2 maart 1904, in Springfield, Massachusetts als zoon van Henrietta Seuss en Theodor Robert Geisel. Hij had twee zussen, Marnie en Henrietta. Henrietta stierf aan longontsteking toen ze 18 maanden oud was. Hij ging naar Fremont Intermediate School van zijn 12e tot zijn 14e. Zijn vader was parkopzichter en had de leiding over Forest Park (Springfield), een groot park waar ook een dierentuin was en dat zich drie blokken van een bibliotheek bevond. Zowel Geisel’s vader als grootvader waren brouwmeesters in Springfield, wat wellicht van invloed is geweest op zijn opvattingen over de drooglegging. Als eerstejaars lid van de Dartmouth College klas van 1925, werd hij lid van Sigma Phi Epsilon. Hij werd ook lid van de Dartmouth Jack-O-Lantern en werd uiteindelijk hoofdredacteur. (Hij nam de functie over van zijn goede vriend, de schrijver Norman MacLean.) Nadat Geisel echter was betrapt op het organiseren van een drinkgelag (en daarmee de drooglegging overtrad), eiste de school dat hij zich terugtrok uit alle buitenschoolse activiteiten. Om zijn werk aan de Jack-O-Lantern voort te zetten zonder dat de administratie het wist, begon Geisel zijn werk te signeren met de pseudoniem “Seuss” (dat was zowel zijn tweede naam als de meisjesnaam van zijn moeder). Zijn eerste werk gesigneerd als “Dr. Seuss” verscheen nadat hij was afgestudeerd, zes maanden na zijn werk voor het humor tijdschrift The Judge waar zijn wekelijkse rubriek Birdsies and Beasties verscheen. Seuss’ familie, die uit Duitsland was geëmigreerd, zou hun naam hebben uitgesproken als “zoice”, de standaard uitspraak in het Duits (volgens de volkstelling was Geisel’s moeder geboren in Massachusetts, en het waren haar ouders die de immigranten waren). Alexander Liang, die met Geisel in de staf van de Jack-O- Lantern zat en later professor aan Dartmouth was, illustreerde dit punt.
Hoewel Geisel zelf is geciteerd als zeggend “Seuss — rijmt op stem”, wordt de naam in het Engels bijna universeel uitgesproken met een initiële s klank en rijmend op “sap”. Geisel gebruikte ook de pseudoniem Theo. LeSieg (Geisel achterstevoren gespeld) voor boeken die hij schreef maar anderen illustreerden.
Hij ging naar Lincoln College, Oxford, met de bedoeling een D.Phil in literatuur te behalen. In Oxford ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Helen Palmer; hij trouwde met haar in 1927 en keerde terug naar het college zonder de graad te behalen. De “Dr.” in zijn pseudoniem is een erkenning van de onvervulde hoop van zijn vader dat Seuss een doctoraat in Oxford zou behalen.
Hij begon humoristische artikelen en illustraties in te zenden voor Judge, The Saturday Evening Post, Life, Vanity Fair, en Liberty. Een opmerkelijk “Technocracy Number” stak de draak met de Technocracy-beweging en bevatte satirische rijmpjes ten koste van Frederick Soddy. Hij werd nationaal bekend door zijn advertenties voor Flit, een in die tijd veelgebruikt insecticide. Zijn slogan, “Snel, Henry, de Flit!” werd een populaire slagzin. Geisel onderhield zichzelf en zijn vrouw tijdens de Grote Depressie door reclame te tekenen voor General Electric, NBC, Standard Oil, en vele andere bedrijven. Hij schreef en tekende ook een kortstondige strip genaamd Hejji in 1935.
In 1937, toen Seuss terugkwam van een oceaanreis naar Europa, inspireerde het ritme van de scheepsmotoren het gedicht dat zijn eerste boek werd, And to Think That I Saw It on Mulberry Street. Seuss schreef nog drie kinderboeken voor de Tweede Wereldoorlog (zie lijst van werken hieronder), waarvan er twee, atypisch voor hem, in proza zijn.
Toen de Tweede Wereldoorlog begon, wendde Dr. Seuss zich tot politieke cartoons, en tekende er meer dan 400 in twee jaar als redactioneel cartoonist voor het linkse dagblad in New York City, PM. De politieke cartoons van Dr. Seuss, later gepubliceerd in Dr. Seuss Goes to War, verzetten zich tegen de wreedheid van Hitler en Mussolini en waren zeer kritisch over isolationisten, met name Charles Lindbergh, die zich verzette tegen Amerikaanse deelname aan de oorlog. In één cartoon werden alle Japanse Amerikanen afgeschilderd als latente verraders of vijfde-columnisten, terwijl in andere cartoons het racisme in eigen land tegen Joden en zwarten, dat de oorlogsinspanningen schaadde, werd betreurd. Zijn cartoons waren sterk ondersteunend aan het oorlogsbeleid van president Roosevelt, en combineerden de gebruikelijke aansporingen om te rantsoeneren en bij te dragen aan de oorlogsinspanningen met frequente aanvallen op het Congres (vooral de Republikeinse Partij), delen van de pers (zoals de New York Daily News en Chicago Tribune), en anderen voor kritiek op Roosevelt, kritiek op hulp aan de Sovjet-Unie, onderzoek naar verdachte communisten, en andere overtredingen die hij afschilderde als leidend tot verdeeldheid en het helpen van de nazi’s, opzettelijk of onopzettelijk. In 1942 richtte Dr. Seuss zijn energie op directe ondersteuning van de Amerikaanse oorlogsinspanningen. Eerst tekende hij posters voor het Amerikaanse Ministerie van Financiën en de War Production Board. Daarna, in 1943, ging hij bij het leger en was commandant van de Animation Dept van de First Motion Picture Unit van de United States Army Air Forces, waar hij films schreef waaronder Your Job in Germany, een propagandafilm uit 1945 over vrede in Europa na de Tweede Wereldoorlog, Design for Death, een studie over de Japanse cultuur die in 1947 de Academy Award voor Beste Documentaire won, en de Private Snafu serie van trainingsfilms voor volwassenen in het leger. Toen hij in het leger zat, werd hij onderscheiden met het Legioen van Verdienste. De niet-militaire films van Dr. Seuss uit deze tijd werden ook goed ontvangen; Gerald McBoing-Boing won de Academy Award voor Beste Korte Onderwerp (Animated) in 1950.
Ondanks zijn vele onderscheidingen heeft Dr. Seuss nooit de Caldecott Medal of de Newbery gewonnen. Drie van zijn titels werden gekozen als Caldecott runners-up (nu aangeduid als Caldecott Honor books): McElligot’s Pool (1947), Bartholomew and the Oobleck (1949), en If I Ran the Zoo (1950).
Na de oorlog verhuisden Dr. Seuss en zijn vrouw naar La Jolla, Californië. Terugkerend naar kinderboeken, schreef hij wat velen beschouwen als zijn beste werken, waaronder favorieten als If I Ran the Zoo, (1950), Scrambled Eggs Super! (1953), Opzij Zebra! (1955), If I Ran the Circus (1956), en How the Grinch Stole Christmas! (1957).
Tegzelfdertijd deed zich een belangrijke ontwikkeling voor die veel van Seuss’ latere werk beïnvloedde. In mei 1954 publiceerde het tijdschrift Life een rapport over analfabetisme onder schoolkinderen, waarin werd geconcludeerd dat kinderen niet leerden lezen omdat hun boeken saai waren. De uitgever van Seuss stelde een lijst samen van 400 woorden die hij belangrijk vond en vroeg Dr. Seuss de lijst terug te brengen tot 250 woorden en een boek te schrijven met alleen die woorden. Negen maanden later had Seuss, met 220 van de hem gegeven woorden, De kat in de hoed af. Dit boek was een tour de force, het behield de tekenstijl, het ritme van de versjes en alle verbeeldingskracht van Seuss’ eerdere werken, maar door de vereenvoudigde woordenschat kon het door beginnende lezers worden gelezen. Het gerucht gaat dat Bennett Cerf in 1960 met Dr. Seuss 50 dollar had gewed dat hij geen heel boek kon schrijven met slechts vijftig woorden. Het resultaat was het zogenaamde Green Eggs and Ham. Het gerucht dat Cerf de $50 nooit aan Seuss zou hebben betaald, is nooit bewezen en is hoogstwaarschijnlijk niet waar. Deze boeken behaalden een aanzienlijk internationaal succes en blijven zeer populair.
Dr. Seuss ging verder met het schrijven van vele andere kinderboeken, zowel in zijn nieuwe vereenvoudigde-woordenschat manier (verkocht als “Beginner Boeken”) en in zijn oudere, meer uitgewerkte stijl. In 1982, schreef Dr. Seuss, “Hunches in Bunches”. De Beginnersboeken waren niet gemakkelijk voor Seuss, en naar verluidt heeft hij er maanden aan gewerkt.
Op verschillende momenten schreef Seuss ook boeken voor volwassenen die dezelfde stijl van versjes en plaatjes gebruikten: The Seven Lady Godivas; Oh, The Places You’ll Go!; en You’re Only Old Once.
Op 23 oktober 1967, tijdens een zeer moeilijke ziekte, pleegde de vrouw van Dr. Seuss, Helen Palmer Geisel, zelfmoord. Seuss trouwde met Audrey Stone Dimond op 21 juni 1968. Seuss zelf overleed, na een aantal jaren van ziekte, in La Jolla, Californië op 24 september 1991.
Op 1 december 1995 werd het universiteitsbibliotheekgebouw van UCSD omgedoopt tot Geisel Library ter ere van Audrey en Seuss voor hun genereuze bijdragen aan de bibliotheek en hun toewijding aan het verbeteren van de geletterdheid.
Dr. Seuss werd, onder andere door de US Postal Service, vaak verward met Dr. Suess (Hans Suess), zijn tijdgenoot die in dezelfde plaats, La Jolla, woonde. Hun namen zijn postuum met elkaar in verband gebracht: de persoonlijke papieren van Hans Suess zijn ondergebracht in de Geisel Library van UC San Diego.
In 2002 opende de Dr. Seuss National Memorial Sculpture Garden in zijn geboorteplaats Springfield, Massachusetts; er staan beelden van Dr. Seuss en van veel van zijn personages.
Hoewel hij het grootste deel van zijn leven wijdde aan het schrijven van kinderboeken, heeft hij zelf nooit kinderen gehad.
Artwork
Dr. Seuss’ vroegere kunstwerken gebruikten vaak de schaduwrijke textuur van potloodtekeningen of aquarellen, maar in kinderboeken van de naoorlogse periode gebruikte hij over het algemeen het strakkere medium pen en inkt, meestal met gebruikmaking van slechts zwart, wit, en een of twee kleuren. Latere boeken zoals The Lorax gebruikten meer kleuren.
Seuss’ figuren zijn vaak rond en enigszins hangend. Dit geldt bijvoorbeeld voor de gezichten van de Grinch en van de Kat met de Hoed. Het is ook waar voor vrijwel alle gebouwen en machines die Seuss tekende: hoewel deze objecten in het echte leven overvloedig rechte lijnen hebben, kon dit voor gebouwen gedeeltelijk worden bereikt door de keuze van de architectuur. Voor machines, bijvoorbeeld, bevat If I Ran the Circus een hangende hijskraan en een hangende stoomcallioop.
Seuss had er duidelijk plezier in om architectonisch uitgewerkte objecten te tekenen. Zijn eindeloos gevarieerde (maar nooit rechtlijnige) paleizen, hellingen, platforms, en vrijstaande trappen behoren tot zijn meest tot de verbeelding sprekende creaties. Seuss tekende ook ingewikkelde denkbeeldige machines, waarvan de Audio-Telly-O-Tally-O-Count, uit Dr. Seuss’ Slaapboek, een voorbeeld is. Seuss tekende ook graag bizarre arrangementen van veren of bont, bijvoorbeeld de 500e hoed van Bartholomew Cubbins, de staart van Gertrude McFuzz, en het huisdier voor meisjes die graag borstelen en kammen, in One Fish Two Fish.
De beelden van Dr. Seuss brengen vaak beweging levendig over. Hij hield van een soort “voilà” gebaar, waarbij de hand naar buiten klapt, de vingers iets naar achteren spreidt met de duim omhoog; dit doet Ish bijvoorbeeld in Eén vis twee vissen wanneer hij vissen creëert (die het gebaar zelf uitvoeren met hun vinnen), in de introductie van de verschillende acts van If I Ran the Circus, en in de introductie van de Little Cats in The Cat in the Hat Comes Back. Hij tekende ook graag handen met ineengestrengelde vingers, zodat het leek alsof het personage duimen zat te draaien.
Seuss volgt ook de striptraditie van het weergeven van beweging met lijnen, bijvoorbeeld in de vegende lijnen die Sneelocks laatste duik in If I Ran the Circus begeleiden. De lijnen van de tekenaar worden ook gebruikt om de werking van de zintuigen (zicht, reuk en gehoor) te illustreren in The Big Brag en zelfs van het denken, zoals op het moment dat de Grinch zijn vreselijke idee bedenkt.
terugkerende beelden
Seuss’ vroege werk in reclame en redactioneel striptekenen leverde schetsen op die later in de kinderboeken een perfecte realisatie kregen. Vaak was het expressieve gebruik dat Seuss later van een beeld maakte heel anders dan het origineel.
- Een redactionele cartoon van 16 juli 1941 toont een walvis die rust op de top van een berg, als een parodie op Amerikaanse isolationisten, in het bijzonder Charles Lindbergh. Dit werd later (zonder duidelijke politieke inhoud) weergegeven als de Wumbus van On Beyond Zebra (1955). Seussische walvissen (vrolijk en ballonvormig, met lange wimpers) komen ook voor in McElligot’s Pool, If I Ran the Circus, en andere boeken.
- Een andere redactionele cartoon uit 1941 toont een lange koe met veel poten en uiers, die de veroverde naties van Europa voorstelt die door Adolf Hitler worden gemolken. Dit werd later de Umbus van On Beyond Zebra.
- De toren van schildpadden in een redactionele cartoon uit 1942 is een voorbode van een soortgelijke toren in Yertle the Turtle. Dit thema verscheen ook in een Judge cartoon als één letter van een hiërogliefische boodschap, en in Seuss’ kortstondige stripverhaal Hejji. Seuss verklaarde ooit dat Yertle de schildpad Adolf Hitler was.
- Katjes A B en C (en de rest van het alfabet) die uit elkaars hoeden springen, verschenen in een Ford-reclame.
- De verbonden baarden in Did I Ever Tell You How Lucky You Are? komen vaak voor in het werk van Dr. Seuss, met name in Hejji, waarin twee geiten te zien zijn die aan elkaars baard vastzitten, De 5000 Vingers van Dr. T, waarin twee rolschaatsende geiten te zien zijn die aan elkaar vastzitten. T, met twee rolschaatsende bewakers die elkaar bij de baard hebben, en een politieke cartoon waarin het nazisme en de America First-beweging worden afgebeeld als “de mannen met de Siamese baard.”
- De eerste olifanten van Seuss waren bedoeld voor reclame en hadden enigszins rimpelige oren, net als echte olifanten hebben. Met And to Think that I Saw it on Mulberry Street (1937) en Horton Hatches the Egg (1940), werden de oren meer gestileerd, een beetje zoals engelenvleugels en dus passend bij de heilige Horton. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verscheen de afbeelding van de olifant als een embleem voor India in vier redactionele cartoons. Horton en soortgelijke olifanten komen vaak voor in de naoorlogse kinderboeken.
- Tijdens het tekenen van advertenties voor Flit, werd Seuss bedreven in het tekenen van insecten met enorme stekels, in de vorm van een zachte S-bocht en met een scherp uiteinde dat een naar achteren gerichte weerhaak aan de onderkant bevatte. Hun gezichtsuitdrukkingen tonen een vrolijk boosaardig karakter. Deze insecten werden later in een redactionele cartoon weergegeven als een zwerm geallieerde vliegtuigen (1942), en opnieuw als de Sneedle van On Beond Zebra, en nog eens als de Skritz in I Had Trouble in Getting to Solla Sollew.
Bewerkingen van Dr. Seuss’ werk
Tijdens het grootste deel van zijn carrière was Dr. Seuss terughoudend om zijn personages op de markt te brengen in contexten buiten zijn eigen boeken. Hij stond echter wel een paar tekenfilms toe, een kunstvorm waarin hij zelf ervaring had opgedaan tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Seuss’ eerste tekenfilmbewerking was Horton Hatches the Egg in 1942. Het werd geanimeerd bij Warner Brothers, dezelfde studio waarvoor hij ook Private Snafu maakte. Geregisseerd door Robert Clampett, werd Horton gepresenteerd als onderdeel van de Looney Tunes serie. Het bevatte een aantal gags die niet in het oorspronkelijke verhaal voorkwamen, zoals een vis die zelfmoord pleegt en de affiniteit van de hoofdpersoon met Katharine Hepburn.
In 1966 gaf Seuss de eminente tekenfilmkunstenaar Chuck Jones, zijn vriend en voormalige oorlogsgenoot, toestemming om een tekenfilmversie te maken van How the Grinch Stole Christmas! Seuss, als “Ted Geisel”, wordt genoemd als co-producent samen met Jones. Deze tekenfilm was zeer getrouw aan het oorspronkelijke boek. Hij wordt door velen tot op de dag van vandaag als een klassieker beschouwd en is opgenomen in de grote catalogus van jaarlijkse kersttelevisiespecials. Er volgden nog verschillende tekenfilmspecials gebaseerd op het werk van Seuss, waaronder tekenfilmversies van Horton Hears a Who!, The Lorax en The Cat in the Hat in 1971, maar de laatste werd als minder succesvol beschouwd.
Tegen het einde van zijn leven lijkt Seuss zijn beleid te hebben versoepeld, en er werden nog verschillende tekenfilms en speelgoed gemaakt met zijn personages, meestal de Cat in the Hat en de Grinch. Een Sovjet verf-op-glas geanimeerde korte film genaamd Welcome (een bewerking van Thidwick the Big-Hearted Moose) werd gemaakt in 1986. De laatste bewerking van Seuss’ werk voor zijn dood was The Butter Battle Book, een TV-special gebaseerd op het gelijknamige boek, geregisseerd door volwassen animatielegende Ralph Bakshi. Seuss zelf noemde de special “de meest getrouwe bewerking van zijn werk.” Toen Seuss in 1991 op 87-jarige leeftijd aan kanker overleed, kreeg zijn weduwe Audrey Geisel de leiding over alle licentiezaken. Zij keurde een live-action filmversie goed van How the Grinch Stole Christmas! met Jim Carrey in de hoofdrol, evenals een Seuss-thema Broadway musical genaamd Seussical (beide uitgebracht in 2000). “The Grinch” heeft een beperkte oplage gehad op Broadway tijdens het kerstseizoen, na de première in 1998 (onder de titel How the Grinch Stole Christmas!) in het Old Globe Theatre in San Diego, waar het een kersttraditie is geworden. Een live-action film gebaseerd op The Cat in the Hat werd uitgebracht in 2003, met Mike Myers als het titelpersonage. Audrey Geisel zou een uitgesproken afkeer van de film hebben gehad en zou hebben gezegd dat er geen verdere live-action verfilmingen van Seuss’ boeken zouden komen. Een CGI geanimeerde verfilming van Horton Hears a Who opende op 14 maart 2008. Dr. Seuss’ boeken en personages verschijnen nu ook in een pretpark: het Seuss Landing ‘eiland’ in het Islands of Adventure themapark in Orlando, Florida. Product tie-ins (cornflakes dozen, enzovoort) zijn ook geïmplementeerd. Om trouw te blijven aan de boeken is er geen enkele rechte lijn in heel Seuss Landing: alles loopt in een bocht.
Best verkochte boeken
In 2000 stelde Publishers Weekly een lijst samen van de best verkochte kinderboeken aller tijden (hardcover en softcover lijsten werden apart gedrukt).
Nee. | Boek | Eerste gepubliceerd |
Alletijdrang hardcover kinderboeken |
Noten |
---|---|---|---|---|
1 | Green Eggs and Ham | 1960 | #4 | uitgebracht op audioboek, voorgelezen door Adrian Edmondson |
2 | The Cat in the Hat | 1957 | #9 | ongeveer 7.2 miljoen verkochte exemplaren vanaf 2000
uitgebracht op audioboek, voorgelezen door Adrian Edmondson |
3 | One Fish Two Fish Red Fish Blue Fish | 1960 | #13 | uitgebracht op audioboek, voorgelezen door Rik Mayall |
4 | Hop on Pop | 1963 | #16 | |
5 | Oh, the Places You’ll Go! | 1990 | #17 | |
6 | Dr. Seuss’s ABC | 1960 | #18 | uitgebracht op audioboek, voorgelezen door Rik Mayall |
7 | The Cat in the Hat Comes Back | 1958 | #26 | uitgebracht op audioboek, voorgelezen door Adrian Edmondson |
8 | Fox in Socks | 1965 | #31 | uitgebracht op audioboek, voorgelezen door Adrian Edmondson |
9 | How the Grinch Stole Christmas! | 1957 | #35 | uitgebracht op audioboek, voorgelezen door Rik Mayall |
10 | Mijn boek over mij | 1969 | #40 | Illustrated by Roy McKie |
11 | Ik kan lezen met mijn ogen dicht! | 1978 | #58 | |
12 | Oh, the Thinks You Can Think! | 1975 | #65 | |
13 | Oh Say Can You Say? | 1979 | #85 | |
14 | There’s a Wocket in My Pocket! | 1974 | #93 | |
15 | Mr. Brown Can Moo! Kan jij dat? | 1996 | #98 | kartonboek |
16 | Dr. Seuss’s ABC | 1996 | #99 | kartonboek |
17 | Mr. Brown Kan Moo! Can You? | 1970 | #101 | |
18 | Yertle the Turtle and Other Stories | 1958 | #125 | |
19 | The Sneetches and Other Stories | 1961 | #129 | |
20 | Ten Apples up on Top! | 1961 | #130 | opgenomen als Theo. LeSieg; geïllustreerd door Roy McKie |
21 | I Am NOT Going to Get Up Today! | 1987 | #135 | geïllustreerd door James Stevenson |
22 | Horton Broedt het Ei uit | 1940 | #138 | |
23 | Gelukkige Verjaardag voor jou! | 1959 | #139 | |
24 | Dr. Seuss’s Slaapboek | 1962 | #140 |
Omnibus delen
- A Hatfull of Seuss: Vijf favoriete Dr. Seuss-verhalen
- Bartholomew and the Oobleck (1949), If I Ran the Zoo (1950), Horton Hears a Who! (1954), The Sneetches and Other Stories (1961), en Dr. Seuss’s Sleep Book (1962)
- Your Favorite Seuss : A Baker’s Dozen by the One and Only Dr. Seuss Molly Leach (Ontwerper)
- En dan te bedenken dat ik het zag op Mulberry Street, Horton Hears a Who! McElligot’s Pool, If I Ran the Zoo, Happy Birthday to You!, Dr. Seuss’ slaapboek, Yertle the Turtle, The Cat in the Hat, How the Grinch Stole Christmas!, Green Eggs and Ham, The Lorax, The Sneetches, en Oh, the Places You’ll Go!
- Six By Seuss: A Treasury of Dr. Seuss Classics
- And To Think That I Saw It On Mulberry Street, De 500 hoeden van Bartholomew Cubbins, Horton Hatches the Egg, Yertle the Turtle and Other Stories, How the Grinch Stole Christmas, The Lorax
Schrijven als Theo. LeSieg
LeSieg is de achternaam van Dr. Seuss, Geisel, achterstevoren gespeld.
- Tien appels op de top!. Geïllustreerd door Roy McKie. ©1961, 1989-2004, B-19
- Kom naar mijn huis. Geïllustreerd door Richard Erdoes. ©1966, B-44; 2006
- In een mensenhuis. Geïllustreerd door Roy McKie. ©1972, 1997-2007, BE-12
- Wacky Wednesday. Geïllustreerd door George Booth. ©1974, 1996-2007 B-59
- Would You Rather Be a Bullfrog. Geïllustreerd door Roy McKie. ©1975, 1998-2006, BE-21
- Hooper Humperdink…? Hij niet!. Geïllustreerd door Charles E. Martin. ©1976, 1998-2006, BE-22
- Misschien moet je vliegen met een straaljager! Misschien moet je een dierenarts worden!. Geïllustreerd door Michael J. Smollin. ©1980, 1996-2009, B-Extra 8
- Het tandenboek. Geïllustreerd door Joe Mathieu/Roy McKie. 2000/1989, BE-25
- Het Oogboek. Geïllustreerd door Joe Mathieu/Roy McKie. 1999/1996, BE-2
- Ik wou dat ik eendenvoeten had. 1994-2007, B-40
- Probeer je de eerste van oktober te herinneren!. Geïllustreerd door Art Cummings. 1977, 1997-1999, B-75
- De vele muizen van Mr. Brice. (Een pop-up boek) BE-15
- Ik kan schrijven. Geïllustreerd door Roy McKie. BE-Extra 2
Schrijven als Steen van Rosetta
- Omdat een klein insect Ka-choo ging, geïllustreerd door Michael Frith. New York: Beginner Books, 1975 1996 B-61
Film-, televisie- en theaterbewerkingen
- Horton Hatches the Egg: een tekenfilm van Warner Brothers uit 1942, een vroege Seuss-bewerking, waarin de olifant (en zijn zoon, aan het eind) een populair nonsensdeuntje uit die tijd zingen, “The Hut-Sut Song” .
- And to Think That I Saw It on Mulberry Street en 500 Hats of Bartholemew CubbinsPupetoonfilms van George Pal.
- The 5,000 Fingers of Dr. T: een speelfilm van 1953, live-action, met decors die lijken op klassieke Seuss-tekeningen en scenario van Dr. Seuss.
- How the Grinch Stole Christmas: een geanimeerde televisiespecial uit 1966 geregisseerd door Chuck Jones voor Metro-Goldwyn-Mayer.
- Horton Hears a Who: een geanimeerde televisiespecial uit 1970 geregisseerd door Chuck Jones voor Metro-Goldwyn-Mayer.
- The Cat in the Hat: een geanimeerde televisiespecial uit 1971 geregisseerd door Hawley Pratt voor DePatie-Freleng Enterprises en CBS.
- The Lorax: een geanimeerde televisiespecial uit 1972 geregisseerd door Hawley Pratt voor DePatie-Freleng Enterprises en CBS.
- Dr. Seuss on the Loose: een geanimeerde televisiespecial en film uit 1973 geregisseerd door Hawley Pratt voor DePatie-Freleng Enterprises en CBS, Dr. Seuss; deze special werd gehost door de The Cat in the Hat en bevatte de verhalen The Sneetches, The Zax, en Green Eggs and Ham.
- The Hoober-Bloob Highway: een geanimeerde televisiespecial uit 1975 geregisseerd door Alan Zaslove voor DePatie-Freleng Enterprises en CBS.
- Genomineerd voor Emmy for Outstanding Animated Program (For Programming One Hour or Less)
- Yertle the Turtle een televisiespecial uit 1977.
- The Cat in the Hat Comes Back and Other Stories: een tekenfilm televisiespecial uit 2006 van The Ink Tank
- Halloween is Grinch Night: een tekenfilm televisiespecial uit 1977 geregisseerd door Gerard Baldwin voor DePatie-Freleng Enterprises en ABC.
- Won Emmy for Outstanding Animated Program (For Programming One Hour or Less)
- Pontoffel Pock, Where Are You?: een tekenfilmspecial uit 1980 geregisseerd door Gerard Baldwin voor DePatie-Freleng Enterprises.
- Genomineerd voor een Emmy voor het beste tekenfilmprogramma (voor een programma van één uur of minder)
- The Grinch Grinches the Cat in the Hat: een tekenfilmspecial op televisie uit 1982 geregisseerd door Bill Perez voor DePatie-Freleng Enterprises, Marvel Productions en ABC
- Won Emmy for Outstanding Animated Program (For Programming One Hour or Less)
- Thidwick the Big-Hearted Moose as Welcome: een Sovjet-verf-op-glas-geanimeerde korte film uit 1986. Winnaar van de Grand Prix op het Ottawa International Animation Festival in 1988 en in Los Angeles.
- The Butter Battle Book: een geanimeerde televisiespecial uit 1989 van Ralph Bakshi voor Turner Entertainment.
- Dr. Seuss’s ABC and Other Stories: een televisiespecial uit 2007 van The Ink Tank
- If I Ran the Circus een kosmische film uit 1992.
- In Search of Dr. Seuss: een televisiebiopic uit 1994 waarin het leven van Seuss samen met zijn boeken wordt geschetst.
- Daisy – Head Mayzie: een geanimeerde televisiespecial uit 1995 van Christopher O’Hare voor Hanna-Barbera Productions (postuum)
- Genomineerd voor een Emmy voor Outstanding Animated Program (For Programming One Hour or Less)
- The Wubbulous World of Dr. Seuss: een live-action/poppenserie uit 1996 met veel Dr. Seuss-personages, waaronder Horton de olifant, Mr. Fox & Mr. Knox, en natuurlijk de kat in de hoed.
- Kinderen voor Karakter: een geanimeerde televisiespecial uit 1996 van Character Counts!
- How the Grinch Stole Christmas: een live-action film uit 2000 (postuum)
- Seussical: een Broadway-musical uit 2001 (postuum)
- The Cat in the Hat: een live-action film uit 2003 (postuum)
- Hop on Pop and Other Stories: een 2007 live-action geanimeerde televisiespecial van The Ink Tank en JWL Entertainment Productions
- The Zax een 2006 2 minuten CGI film
- Summertime: een 2007 live-action film van The Ink Tank en JWL Entertainment Productions, Thomas Entertainment en Prism Entertainment
- The Foot Book: een 2008 2 minuten in een Silly Symphony tekenfilm, film van Walt Disney
- Horton Hears a Who!: een CGI-film uit 2008 (postuum)
Verder lezen
- Theodor Seuss Geisel: The Early Works, Volume 1 (Checker Book Publishing, 2005; ISBN 1-933160-01-2), Early Works Volume 1 is de eerste van een reeks waarin verschillende politieke cartoons, advertenties en diverse afbeeldingen zijn verzameld die Geisel heeft getekend lang voordat hij een van zijn wereldberoemde boeken had geschreven.
- Dr. Seuss From Then to Now (New York: Random House, 1987; ISBN 0-394-89268-2) is een biografisch retrospectief gepubliceerd voor de gelijknamige tentoonstelling in het San Diego Museum of Art
- Dr. Seuss & Mr. Geisel,een biografie door goede vrienden Judith en Neil Morgan (1995, Random House)
- The Secret Art of Dr. Seuss door Audrey Geisel (New York: Random House, 1995; ISBN 0-679-43448-8) bevat vele full-color reproducties van Geisel’s privé, niet eerder gepubliceerde kunstwerken.
- Dr. Seuss Goes to War: The World War II Editorial Cartoons of Theodor Seuss Geisel, een selectie met commentaar door Richard Minnear (New Press, 2001; ISBN 1-56584-704-0).
- Oh, the Places He Went, een verhaal over Dr. Seuss door Maryann Weidt (Carolrhoda Books, 1995; ISBN 0-87614-627-2)
- The Seuss, the Whole Seuss, and Nothing But the Seuss: A Visual Biography of Theodor Seuss Geisel door Charles Cohen (Random House Books for Young Readers, 2004; ISBN 0-375-82248-8).
- Dr. Seuss: American Icon door Philip Nel (Continuum Publishing, 2004; ISBN 0-8264-1434-6)
- The Annotated Cat: Onder de hoeden van Seuss en zijn katten door Philip Nel (Random House, 2007; ISBN 978-0-375-83369-4)
- The Tough Coughs as he Ploughs the Dough: Early Writings and Cartoons by Dr. Seuss, bewerkt en met een inleiding door Richard Marschall (bevat ook autobiografisch materiaal); ISBN 0-688-06548-1
- The Boy on Fairfield Street door Kathleen Krull. Het vertelt over de jeugd van Dr. Seuss en toont de bronnen van veel van zijn inspiraties.
Zie ook
- Edward Lear
Beginnerboeken en audiocassettes
- De Kat in de Hoed
- De Kat in de Hoed komt terug
- Eén Vis Twee Vis Rode Vis Blauwe Vis
- Groene Eieren en Ham
- Dr. Seuss’s ABC
- Hop on Pop
- Fox in Socks
- Mijn Boek over MIJ
- Ik Kan Het Zelf Tekenen
- Oh, the Thinks You Can Think!
- De poezenquizzer
- Ik kan lezen met mijn ogen dicht
- Oh, wat kun je zeggen?
- Ik ga vandaag NIET opstaan!
Template:Reflist
- Dr. Seuss Boekenclub voor Dr. Seuss fans.
- Seussville site Random House
- Dr. Seuss biografie op Lambiek Comiclopedia
- The Register of Dr. Seuss Collection UC San Diego
- The Advertising Artwork of Dr. Seuss UC San Diego
- Dr. Seuss Went to War: A Catalog of Political Cartoons UC San Diego