Tumormarkers bij prostaatkanker

Prostaatkanker is nu de op twee na meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. Uitgebreide klinische studies waarin zure fosfatase, alkalische fosfatase (ALKP) en prostaat-specifiek antigeen (PSA) worden vergeleken, hebben aangetoond dat PSA de meest gevoelige en specifieke van de beschikbare tumormarkers voor prostaatkanker is. Voorzichtigheid is geboden bij het vergelijken van de resultaten van verschillende testmethoden; er is geen internationale norm voor PSA. Bij de behandeling van gelokaliseerde ziekte kan een radicale behandeling de PSA-spiegel doen dalen tot minder dan 0,4 ng/ml; bij patiënten die gevoelig zijn voor androgeenontwenning kunnen gedurende een variërende periode vergelijkbare resultaten worden verkregen. Verhoogde PSA-spiegels van meer dan 0,4 ng/ml na radicale prostatectomie zijn indicatief voor residuele ziekte. PSA is waardevol voor het toezicht op een uitgestelde behandeling of op de effecten van hormoonmanipulatie en geeft een indicatie van de prognose en een vroegtijdige waarschuwing voor een recidief. Bij uitgebreide uitgezaaide ziekte weerspiegelt de combinatie van PSA en ALP de tumoractiviteit. Minder dan 15 hot spots op het scintigram bij presentatie en een PSA van minder dan 10 ng/ml 3 tot 6 maanden na het begin van de behandeling wordt in verband gebracht met een langere overleving. De rol van PSA in het bevolkingsonderzoek naar vroege prostaatkanker is onzeker; vroege resultaten suggereren dat het kan worden gebruikt in combinatie met digitaal rectaal onderzoek en ultrasoon onderzoek van de prostaat. Het effect van een PSA-beslissingsniveau van 4 of 10 ng/ml heeft een aanzienlijke invloed op het opnemingspercentage.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.