Lotharius I, Middeleeuws keizer

Regeerde: 817-855. b. 795. De oudste zoon van keizer Lodewijk de Vrome en, samen met zijn broers, een sleutelfiguur in de burgeroorlogen die zowel de latere jaren van zijn vaders regering als de periode onmiddellijk na diens dood kenmerkten. In 814 werd Lotharius benoemd tot koning van Beieren. In 817 benoemde zijn vader hem tot mede-keizer en kroonde hem te Aken. Tegelijk met de kroning vaardigde Lodewijk ook zijn Ordinatio imperrii uit, waarin hij Lotharius tot opvolger benoemde en diens jongere broers, Lodewijk van Beieren en Pipen van Aquitanië, onder zijn gezag plaatste. Lotharius bracht de jaren 822-825 door als regent voor Italië, waarbij hij de macht en onafhankelijkheid van zijn oom, koning Bernard van Italië (812-817), aanzienlijk verminderde zonder hem daadwerkelijk te verdringen. Terwijl hij in Italië was, werd Lotharius ook tot keizer gekroond door paus Paschal i in Rome (823).

De Ordinatio imperii was blijkbaar bedoeld om de eenheid van het keizerrijk te bewaren zonder Lothairs broers en zusters hun rechtmatig deel te ontzeggen. In feite kwam het niet tot een ordelijke regeling, vooral door de onrust die ontstond toen Keizer Lodewijk hertrouwde en zijn nieuwe vrouw, Judith, nog een zoon en potentiële erfgenaam kreeg. Toen Judith en haar aanhangers druk op Lodewijk begonnen uit te oefenen om haar zoon Karel (“de Kale”) een deel van het rijk toe te wijzen, kwamen de oudere broers en zussen in opstand (830). Lotharius, wiens rechten het meest bedreigd leken, nam het voortouw in de opstand en leed het zwaarst toen deze mislukte. In de nasleep daarvan ondernam zijn vader een nieuwe verdeling van het rijk, die voorzag in de verdeling in vier ongeveer gelijke koninkrijken, waaronder één voor de jonge Karel. Lotharius behield zijn Italiaanse landerijen, maar verloor elk gezag over de landerijen van zijn broers, die nu als onafhankelijke koninkrijken werden beschouwd. Deze nieuwe regeling bracht echter geen rust in de onderliggende ontevredenheid onder de broers, die bleven samenspannen en wedijveren om meer macht en invloed. In 833, met Lotharius aan het hoofd, kwamen de oudere broers en zussen opnieuw in opstand. Deze keer kregen zij ook de steun van paus Gregorius IV, maar zij werden toch verslagen. Lotharius zette zijn verzet voort, hoewel hij in feite beperkt werd tot zijn Italiaanse landerijen.

In de burgeroorlog die volgde op de dood van Lodewijk de Vrome (840) maakte Lothair aanspraak op alle rechten die hem oorspronkelijk waren toegekend door de Ordinatio imperrii van 817. Aan deze aanspraak kwam echter een einde door zijn verpletterende nederlaag in de slag bij Fontenoy (25 juli 841). Na veel onderhandelingen sloten de broers het Verdrag van Verdun (augustus 843), een permanente regeling waarbij Lotharius de titel van keizer behield (hoewel zonder gezag over zijn broers) en het heerserschap over een middelgroot koninkrijk dat zich uitstrekte van Frisia in het noorden tot Sicilië in het zuiden. Het grondgebied van Lotharius omvatte de keizerlijke hoofdsteden Aken en Rome. In de periode na het Verdrag van Verdun werden de broederlijke samenwerking en het ideaal, althans, van eenheid gehandhaafd door regelmatige ontmoetingen tussen de nu min of meer gelijkwaardige vorsten. Hoewel er geen reden is om te denken dat het middelste koninkrijk van Lotharius tot mislukken gedoemd was, had het wel zwaar te lijden onder invallen van buitenaf. Vanaf 845 werd het noordelijke deel van het rijk jaarlijks aangevallen door de Vikingen, terwijl de Saracenen Italië aanvielen. Lotharius droeg het bestuur van Italië over aan zijn oudste zoon, Lodewijk II, die hij tevens tot medekeizer verhief (850). Zijn jongere zonen, Karel en Lotharius II, kregen respectievelijk de Provence en Lotharingen. In 855 trok Lotharius I zich terug in het klooster van Prüm, waar hij op 29 september overleed.

Bibliografie: e. hlawitschka, Vom Frankenreich zur Formierung der europäischen Staaten-und Völkergemeinschaft, 840-1046 (Darmstadt 1986) 75-80. p. richÉ The Carolingians, A Family Who Forged Europe (Philadelphia 1983) 141-196. j. nelson, “The Frankish Kingdoms, 814-898: The West,” New Cambrige Medieval History 2. ed. r. mckitterick (Cambridge 1995) 110-l41. j. fried “The Frankish Kingdoms, 817-911: The East and Middle Kingdom,” ibid 142-68.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.