Middelgrote nierstenen (5-20 mm doorsnede) moeten over het algemeen worden behandeld, ook als ze geen klachten veroorzaken. De reden hiervoor is dat deze stenen waarschijnlijk niet spontaan zullen verdwijnen en op een bepaald moment in de toekomst wel problemen zullen veroorzaken. Deze stenen kunnen pijn, bloedingen, urineweginfecties of, in zeldzamere gevallen, nierschade veroorzaken.
De behandelingsmogelijkheden voor nierstenen van 5-20 mm zijn:
- Extracorporeale Shockwave Lithotripsy (ESWL).
- Ureteropyeloscopie.
- Percutane Nefrolithotomie – meestal voor grotere stenen.
- Observatie – als de patiënt te fragiel is voor een operatie.
Deze stenen worden over het algemeen op een van de twee manieren behandeld: Extracorporale Shockwave Lithotripsy (ESWL) of Ureteropyeloscopie. De beslissing welke van deze twee opties het meest geschikt is, is complex en moet voor elke klinische situatie worden geïndividualiseerd. Er is niet één “beste” behandeling voor nierstenen en beide behandelingsmodaliteiten hebben hun voor- en nadelen. Hier is een tabel die de verschillen samenvat.
ESWL | Ureteropyeloscopie | |
---|---|---|
Mechanisme | Geluidsgolven door huid breken de steen, stukjes moeten op natuurlijke wijze passeren | Telescoop door urethra, steen gevisualiseerd met laser fragmentatie dan verwijdering van steen |
Narcose | Algemene verdoving | |
Tijd | 30-45 min | 45-120 min |
Opname | Dagopname | Dagopname of overnachting |
Complexiteit | Minder complex | Meer complex |
Veiligheid | Zeer veilig | |
Nodig voor stent | Stent zelden gebruikt | Er is meestal een stent nodig |
Noodzakelijke procedures | Er is meestal één | Er zijn er meestal twee |
Succespercentage | 60-80%, minder indien groter | 95% |
Risico op nierkoliek | Ja, door passeren fragmenten | Nee, fragmenten worden verwijderd |
Steenanalyse | Niet mogelijk meestal | Ja, fragmenten geanalyseerd |